10.2.2 Problematische jeugdgroepen
Jeugdgroepen kunnen in wijken en buurten voor overlast zorgen. Het gaat in deze groepen vaak om kwetsbare jongeren. Wij willen de overlast verminderen en bestrijden en tegelijkertijd de jongeren ook perspectief bieden, voorkomen dat zij opnieuw in de fout gaan en hun weerbaarheid verhogen. Wij hanteren hierbij de aanpak problematische jeugdgroepen, die wij inzetten bij de eerste signalen van het ontstaan van een problematische jeugdgroep. Wanneer een dergelijke groep is ‘afgeschaald’ houden wij de risicojeugd in beeld. Daarbij richten wij ons op de jongere zelf, zijn (risico)gedrag, het sociale netwerk en de wijk.
Met de volgende indicatoren wordt de voortgang van dit beleidsveld gemeten. Als er geen gegevens beschikbaar zijn/of één maal per twee jaar gemeten worden staat er een streepje.
Prestatie indicator(en) | Behaald 2016 | Beoogd 2017 | Behaald 2017 |
---|---|---|---|
Aantal opgestarte begeleidingstrajecten voor jongeren door het Veiligheidshuis | 97 | 150 | 54* |
*dit betreft het aantal trajecten verbonden op problematische jeugdgroepen.
Wat wilden we bereiken in 2017?
- We wilden een afname van problematische jeugdgroepen en snel blijven signaleren, aanpakken van groepen en het doorverwijzen van jongeren (en hun ouders) die dreigen af te glijden naar overlast-gevend gedrag en criminaliteit;
- We wilden op basis van de evaluatie uit 2016 samen met de lokale samenwerkingspartners werken aan de vernieuwde landelijke aanpak problematische jeugdgroepen;
- We wilden inzetten op het verruilen van de methodiek straathoekwerkers en de jongerenstraatcoaches voor de meer flexibele jeugdstraatwerkers. Om op die manier meer nadruk te leggen op het contact leggen met (groepen) jongeren op straat, op school en bij activiteiten. Daarnaast zijn jeugdstraatwerkers een informatiebron voor ketenpartners als het gaat om jeugdigen, jeugdgroepen en de ontwikkeling van jongeren en eventuele obstakels hierbij.
Wat hebben we hiervoor gedaan?
- We hebben de aanpak problematische jeugdgroepen geïntroduceerd en gebruikt, inclusief de Plus-Min-Mee-methodiek en het gebruik van de groepsapplicatie in de wijken Beijum en Paddepoel; deze methodiek geeft meer grip op en inzicht in de groepsaanpak en de groepsdynamische werking;
- We hebben gewerkt met het landelijke zeven-stappen-model in de gebiedsgerichte aanpak, om toe te werken naar een eigen Groninger model, een model dat in alle wijken van de stad ingezet kan worden;
- De coördinator Jeugd heeft samen met de WIJ-teams risicojeugd in beeld gebracht en straathoekwerk/ jongerenstraatcoaches en Halt ingezet voor preventieve activiteiten;
- We hebben de inzet van straathoekwerk/jongerenstraatcoaches omgezet naar de inzet van jeugdstraatwerk in 2018 vanuit de WIJ-organisatie;
- Met Halt is een begin gemaakt om interventies te ontwikkelen voor risicojongeren op bijvoorbeeld het voortgezet onderwijs.
Conclusie
Wij zijn positief over het landelijke zeven-stappen-model, het geeft structuur aan de aanpak van problematische jeugdgroepen. De prioritering, bijstelling en monitoring van de aanpak verloopt volgens een vast proces en de lokale vierhoek (lokale driehoek aangevuld met de wethouder jeugdbeleid) besluit hierover. Het werken met de Plus-Min-Mee-methodiek (en de bijbehorende groepsapplicatie) geeft houvast bij de aanpak van jeugdgroepen, inzicht in de groepsdynamiek en de positie van de jongere in de groep. Het was nodig om de methodiek straathoekwerk/straatcoaches te actualiseren; we gaan verder met zes jeugdstraatwerkers, die vanuit de WIJ-organisatie gaan opereren. De inzet van Halt voldoet goed en blijft noodzakelijk.