Jaarverslag 2017

Financieel beeld

Het resultaat voor bestemming over 2017 bedraagt 12,9 miljoen euro positief. Dit resultaat bestaat uit diverse afwijkingen die in de rekening per programma zijn toegelicht. De belangrijkste resultaten betreffen:

Omschrijving resultaat
(bedrag x 1,0 miljoen euro

Bedrag

Afwaardering Warmtestad

-2,9

Belastingen en Leges

2,6

Bezuinigingen

-1,9

Extra Beleid

5,8

Dividenden

0,4

Gebiedszaken

1,3

Saldo Financieringsfunctie

1,2

Gemeentefonds

2,4

Nominale compensatie

-0,9

Grondzaken

18,6

SIF

-0,2

MVA nr. beklemde reserve

2,7

Bijdrage regio Groningen Assen netwerkanalyse

-4,3

Autobereikbaarheid

-1,0

Parkeerbedrijf

1,1

Groningen Geeft Energie

-0,6

Inzameling bedrijfsafval

0,5

Onderhoud openbare ruimte

1,9

Onderwijshuisvesting

0,4

Schuldhulpverlening

0,4

Ind. Studietoeslag

0,5

Bijzondere bijstand

-0,5

Verhoogde asielinstroom

1,3

BUIG

-1,3

WIJ teams

-0,8

Wmo

-6,2

Maatschappelijke Opvang

0,7

Jeugd

-8,8

ESF-subsidie

1,8

Vrouwenopvang

0,3

Werk in Zicht

0,6

Armoede- en minimabeleid

0,3

Leerling vervoer

0,4

Opvoedkracht

0,3

Openbare gezondheidszorg

0,3

Vrijval pensioenvoorziening APPA

0,8

Frictie/flankerend beleid

-3,3

Personeelslasten/extra dienstverlening

-2,4

Outsourcing ICT

-1,0

ICT

-0,7

Vrijwillig mobiel

-0,3

Overig

3,5

Totaal resultaat rekening 2017

12,9

 

Afwaardering Warmtestad (N 2,9 miljoen euro)
Warmtestad BV heeft in 2017 het project geothermie gestaakt. Dit betekent dat de boekwaarde van deze deelneming te hoog was gewaardeerd en dat we een verlies moesten nemen. Op de agiostortingen Warmtestad wordt 2,9 miljoen euro afgewaardeerd als gevolg van het niet doorgaan van het geothermieproject.

 

Belastingen en leges (V 2,6 miljoen euro)
Dit voordeel wordt voor het grootste deel veroorzaakt door:

 

Bouwleges (V 0,9 miljoen euro)
De meeropbrengst bouwleges is veroorzaakt door meer grote bouwaanvragen van boven de 7 miljoen euro, daarnaast zijn ook de kosten hoger omdat hiervoor meer ureninzet nodig is geweest. Per saldo geeft dit een voordeel van 0,9 miljoen euro.

 

OZB (V 1,5 miljoen euro)
Er is 1,5 miljoen euro meer onroerendezaakbelasting ontvangen dan geraamd:

De hogere taxatiewaardes en de volumegroei (saldo nieuwbouw/ sloop) leiden in 2017 tot een meeropbrengst van 274 duizend euro voor woningen en 1,02 miljoen euro voor niet-woningen.

Voor de waardes van de woningen en niet-woningen (onder andere NAM-locatie) in Meerstad, die als gevolg van de grenscorrectie per 1 januari 2017 zijn toegevoegd aan de gemeente Groningen, is een inschatting gemaakt. Zowel voor de woningen als niet-woningen valt de werkelijke waarde hoger uit. Voor woningen leidt dit tot een extra opbrengst van ongeveer 120 duizend euro en voor niet-woningen ongeveer 290 duizend euro. De hogere opbrengst niet-woningen bestaat bijna volledig uit de opbrengsten NAM-locatie.

Naast deze voordelen, leiden de afwikkeling van oude jaren en overige kleinere verschillen tot een negatief effect van 240 duizend euro. Dit nadeel wordt hoofdzakelijk verklaard door de afwikkeling van bezwaren en beroepszaken niet-woningen over oude jaren. Daarnaast is meer oninbaar gebleken over oude jaren.

 

Een uitgebreide toelichting op belastingen en leges is opgenomen in de paragraaf Lokale Heffingen.

 

Bezuinigingen (N 1,9 miljoen euro)
In de begroting 2017 zijn dekkingsbronnen opgenomen van 59,4 miljoen euro. Daarvan is 57,5 miljoen euro gerealiseerd. Dat betekent dat we over de bezuinigingen in 2017 een nadelig resultaat hebben van 1,9 miljoen euro. Daarvan heeft 945 duizend euro betrekking op de organisatie en 959 duizend euro op bestuurlijke bezuinigingen. Een uitgebreide toelichting op de bezuinigingen is opgenomen in hoofdstuk 3 van de gemeenterekening 2017.

 

Vrijval Extra Beleid (V 5,8 miljoen euro)
Jaarlijks ontstaat in de rekening een resultaat onder beschikbare middelen omdat extra beleid niet (geheel) wordt uitgegeven. In principe dienen de beschikbare incidentele middelen extra beleid binnen twee jaar te worden besteed. Het voordeel op vrijval van incidenteel beleid bedraagt in 2017 1,9 miljoen euro en betreft:

Omschrijving resultaat
(bedrag x 1.000 euro )

Bedrag

V/N

Groot onderhoud kinderboerderijen (best voorst rek 2016)

197

v

Interne plankosten ZRW (best voorstel rek 2016)

470

v

Gladheid gele stenen (best voorstel rek 2016)

47

v

Extra trainees (bestemming rek 2015)

304

v

Noordelijk Scheepvaartmuseum (bestemming rek 2015)

94

v

Transitievergoeding bij ontslag SW-medewerkers

208

v

Basisadministraties

276

v

Aanpak kindermishandeling

112

v

Professionalisering evenementen

19

v

Implementatiekosten grenscorrectie Meerstad

106

v

Uitbreiding formatie ombudsman

20

v

 

1.853

v

 

Daarnaast is sprake van incidentele vrijval van structureel beschikbaar gesteld extra beleid. In 2017 is 4,0 miljoen euro van het structureel beschikbare beleid niet ingezet. Het gaat om:


(bedrag x 1.000 euro )

Omschrijving resultaat

Bedrag

V/N

Uit 2015

Schuldhulpverlening

70

v

Uit 2015

Stoppen ISV gelden

170

v

Uit 2015

Thema bewegen

175

v

Uit 2015

Meerjarenprogr Structuurvisie Wonen 2015

209

v

Uit 2015

Meerjarenprogr Verkeer en Vervoer

1.246

v

Uit 2015

Intensiveren leren

187

v

Uit 2016

Nieuw economisch programma

559

v

Uit 2016

Ruil incidenteel/structureel

80

v

Uit 2016

Onderhoud Papiermolen

123

v

Uit 2016

Actualisatie tekort WIMP

276

v

Uit 2016

Extra kleedkamers sportpark Corpus den Hoorn

35

v

Uit 2016

Bouw sportcentrum Europapark

300

v

Uit 2017

Thema Verrijken

178

v

Uit 2017

Spaarregeling Ringwegen

354

v

 

 

3.962

v

 

Dividenden (V 0,4 miljoen euro)
Van Enexis en de BNG zijn vanwege hogere rendementen hogere dividenduitkeringen ontvangen dan geraamd. Dit voordeel bedraagt 291 duizend euro. Bij de begroting 2017 werd nog rekening gehouden met een interne rentelast voor de aandelen Wonen boven Winkels en de aandeelhouderslening Enexis Tranche D. Beide posities zijn bij de rekening 2016 komen te vervallen. Hierdoor is een voordeel ontstaan van 128 duizend euro.

 

Gebiedszaken (V 1,3 miljoen euro)
Het resultaat op gebiedszaken bestaat uit de volgende onderdelen:

 

Doorlopende exploitatie projecten gebiedszaken (V 446 duizend euro)
Door vertraging in de uitvoering met betrekking tot de projecten Buurtaccommodaties Oosterparkwijk en Herinrichting Coenderspark levert dit voor 2017 een voordeel in de exploitatie op.

 

Middelen uitvoering gebiedsprogramma 2017 (V 417 duizend euro)
De uitvoering van het gebiedsprogramma doen we samen met de burgers en andere belanghebbenden in de wijk. Voor een zorgvuldig participatieproces is in de notitie "één integraal afwegingsmoment" een bestedingstermijn van 2 jaar vastgesteld door de raad. Ten behoeve van enkele onderdelen van het gebiedsprogramma is in 2016 een bedrag van 1,3 miljoen euro aan de reserve extra beleid toegevoegd. In 2017 is er voor 830 duizend euro aan deze onderdelen besteed. Het gaat om "Burgerbegroting West", "Oosterpark in verbinding" en "Heerdenaanpak". Op de overige onderdelen is er een voordeel van 1,247 miljoen euro. Het betreft hier middelen die nog niet geleid hebben tot projecten of andersoortige uitgaven.

 

Toevoeging aan ‘beklemde reserve kapitaallasten’ (V 399 duizend euro)
Het betreft de bijdrage vanuit het gebiedsprogramma in de investeringen van speelvoorzieningen en herinrichting van "van Lenneplaan". Gemeentelijke bijdragen voor investeringen worden toegevoegd aan een beklemde reserve om toekomstige kapitaallasten te kunnen dekken.

 

Saldo financieringsfunctie (V 1,2 miljoen euro)
Korte mismatchfinanciering (V 392 duizend euro)
Er is gemiddeld 95 miljoen euro van de lange vermogensbehoefte, gefinancierd met kort vermogen. Deze korte mismatch benutting levert rentevoordeel op, omdat de korte rentetarieven gewoonlijk lager zijn dan de lange. Het rentetarief voor langlopende leningen is begroot op 1,50%. De korte rentetarieven liggen momenteel op of onder de nul procent. Dit levert een voordeel op van 392 duizend euro.

 

Rente kort vermogen en overig Treasury (V 558 duizend euro)
In 2017 is er voor gemiddeld 43 miljoen euro aan kasgeldleningen afgesloten. Dit is exclusief de kasgeldleningen voor derden. De negatieve rente bij het aantrekken van kortlopende leningen levert een voordeel op. Ook de kasgeldleningen die we ten behoeve van derden aantrekken, levert rentevoordelen op. Dit voordeel bedraagt 358 duizend euro.  Daarnaast heeft de raad In 2016 besloten een Startersfonds in te stellen in samenwerking met de Triodosbank. Activering van dit fonds leidt tot een voordeel van 200K.

 

Rente grondexploitaties (V 143 duizend euro)
Het BBV schrijft de berekeningswijze voor de rente op grondexploitaties voor. Deze voorschriften zijn gewijzigd. Als basis voor de renteberekening geldt nu de stand per 1 januari in plaats van de gemiddelde stand. Daarnaast mag een aantal activa niet langer als grondexploitatie worden aangemerkt. Het naleven van de voorschriften leidt tot een voordelig rente-effect van 143 duizend euro bij Treasury.

 

Overig (V 74 duizend euro)
Overige voor-en nadelen binnen de financieringsfunctie tellen op tot een voordeel van 74 duizend euro.

 

Gemeentefonds   (V 2,4 miljoen euro)
De algemene uitkering is 2,4 miljoen hoger uitgevallen dan we verwachtten. Het voordeel wordt met name veroorzaakt door plaatselijke ontwikkelingen in aantal inwoners, klantenpotentieel en dergelijke, (V 1,6 miljoen euro), enkele voordelen in de integratie- en decentralisatie uitkeringen (V 1,4 miljoen euro), een nadeel van per saldo 0,1 miljoen euro naar aanleiding van hoger aantal bijstandsgerechtigden en actualisatie van de uitkeringsbasis. Een aantal overige voor- en nadelen tellen op tot een nadeel van 0,5 miljoen euro. In programma 13 is een uitgebreide toelichting op de algemene uitkering opgenomen.

 

Nominale compensatie (N 0,9 miljoen euro)
De nominale ontwikkelingen (loon- en prijsontwikkelingen) stellen we ten opzichte van de begroting bij. De loonkosten nemen in 2017 met 0,3 procent toe vanwege cao-ontwikkeling en sociale lastenmutatie (pensioenpremie). Ook is in 2017 op basis van ramingen van het CPB sprake van een bijstelling van de prijsontwikkeling van 0,2 procent. Directies worden uit de algemene middelen voor deze nominale ontwikkelingen gecompenseerd. Deze compensatie is berekend op 662 duizend euro. Daarnaast is nog sprake van een nacalculatie over 2016 van 188 duizend euro. Het totaal aan directies te compenseren bedrag komt daarmee op 850 duizend euro.

 

Grondzaken (V 18,6 miljoen)

Dit resultaat bestaat uit een 15-tal onderdelen, zoals in onderstaande tabel weergegeven:

Omschrijving resultaat
(bedrag x 1,0 miljoen euro )

Bedrag

CiBoGa en Peizerweg

1,4

De Velden en Piccardthof

3,1

Vrijval verliesvoorziening

15,0

Afgesloten complexen

-0,4

Parkeergarage Boterdiep

0,3

Exploitatie erfpacht

-0,2

Exploitatie binnenbezittingen

-0,2

Rente en exploitatie NIEGG-gronden en panden

0,4

Voorziening aankoop nog te ontw. Onroerende zaken

0,9

Markwaardetoets NIEGG

0,6

Eemskanaal zone

1,2

Verkoop gronden

2,3

Rente reserve grondzaken

0,3

Rente bovenwijkse voorzieningen Meerstad

0,1

Taakstelling Europapark

-6,2

Totaal resultaat Grondzaken

18,6

 

De resultaten groter dan 500 duizend euro worden hieronder toegelicht. Een uitgebreide toelichting op het resultaat grondzaken is opgenomen in de paragraaf Grondbeleid en in de desbetreffende programma’s.

 

CiBoGa en Peizerweg (V 1,4 miljoen euro)
Voor de grondexploitaties CiBoGa en Peizerweg zijn in de begroting 2017 middelen beschikbaar gesteld voor het nadeel uit de herziene exploitatiebegroting 2016. Dit nadeel is in 2016 reeds ten laste gebracht van de reserve grondzaken.

 

De Velden en Piccardthof (V 3,1 miljoen euro)

Voor het berekenen van de jaarlijkse winst uit de grondexploitaties wordt door de BBV de Percentage Of Completion methode voorgeschreven. De methode houdt in dat naar rato van de gerealiseerde opbrengsten en kosten de jaarwinst wordt berekend. De berekende jaarwinst voor de Velden is 213 duizend euro en voor het reeds administratief afgesloten complex Piccardthof (verkoop kavels Kuifeend) is dit 2,923 miljoen euro).

 

Vrijval verliesvoorziening (V 15,0 miljoen euro)
In 2017 zijn de grondexploitaties herzien. Deze herzieningen hebben geleid tot een vrijval van de verliesvoorziening. De wijzigingen in 2017 komen, naast technische effecten van de BBV-wijzigingen (waaronder het overhevelen van de Zernikelaan uit de grex naar het infrastructurele deel), voort uit inhoudelijke ontwikkelingen. Dit kunnen verkooptransacties zijn, hernieuwde ramingen van kosten en opbrengsten of gewijzigde inzichten van het plan.  

 

Voorziening aankoop nog te ontwikkelen onroerende zaken (V 0,9 miljoen euro)
Eind 2017 hebben we het Tromphuis kunnen verwerven. Op de aankoopwaarde is een voorziening noodzakelijk van 776 duizend euro en daarnaast is een kleine voorziening getroffen voor verwervingen aan de Parkweg (raadsbesluit oktober 2017). Hiervoor was meer budget dan nodig beschikbaar in 2017.  

 

Marktwaardetoets NIEGG (V 0,6 miljoen euro)
Door een wetswijziging wordt vanaf 1 januari 2016 de strategische grondvoorraad ondergebracht onder de Materiële vaste activa – gronden en terreinen. Deze wijziging heeft met name impact op de waardering van de gronden. Gronden en onroerende zaken moeten gewaardeerd worden tegen verkrijgingsprijs dan wel lagere marktwaarde op basis van taxaties. In 2017 hebben de marktwaardetoets uitgevoerd voor de Eikenlaanflats en nog her te ontwikkelen bezittingen in de Eemskanaalzone. Op grond van de taxatie uitkomsten moet een gedeelte van de reeds getroffen voorzieningen vrijvallen.

 

Eemskanaal Zone (EKZ) (V 1,2 miljoen euro)
Als gevolg van de wijziging van de waarderingsregels van het BBV is er een resultaat van 1,198 miljoen euro ontstaan op nog te ontwikkelen onroerende zaken in de Eemskanaalzone. Dit leidt tot een hogere boekwaarde c.q. inbrengwaarde in de toekomst. Hierdoor stijgen de lasten in de toekomst (hogere kapitaallasten) en is de gevoeligheid groter voor waarde-fluctuaties. Daarnaast leidt de hogere boekwaarde tot een hogere inbrengwaarde in de grondexploitaties en naar verwachting hogere aanvangstekorten.

 

Verkoop gronden (V 2,3 miljoen euro)
In 2017 zijn opbrengsten, verminderd met eventuele boekwaarde, verkregen ad 2,294 miljoen euro uit verkoop van opstalrecht (Westpoort) en gronden aan de Melisseweg, Boteringesingel, Hoek Osloweg en Cortingborgh.

 

Taakstelling Europapark (N 6,2 miljoen euro)
In 2016 is een additionele EFRO/EZ-kompassubsidie verkregen voor het Europapark. Hierdoor is een vrijval van verliesvoorziening Europapark ontstaan. Deze vrijval van circa 6,2 miljoen euro is verwerkt als voordeel in de correctie beginbalans ten gunste van de reserve grondzaken. In de jaarbegroting 2017 is de vrijval van 6,2 miljoen verwerkt als inkomsten. Om deze inkomsten in het jaarresultaat 2017 te verwerken is een onttrekking nodig van 6,2 miljoen euro aan de reserve grondzaken en is in het resultaat grondzaken een nadeel ontstaan van 6,2 miljoen euro.  

 

Stedelijk Investerings Fonds (SIF) (N 0,2 miljoen euro)
Het resultaat SIF bestaat uit de volgende onderdelen:

 

Plankosten Stedelijke Vernieuwing (V 765 duizend euro)
In het kader van het Stedelijk Investeringsfonds (SIF) is een structureel plankostenbudget voor SIF-projecten opgenomen waarop in 2017, 765 duizend euro overblijft. In het kader Stedelijk Investeringsfonds (SIF), hetgeen begin 2018 aan uw raad is aangeboden, wordt verder ingegaan aan welke SIF-projecten het plankostenbudget wordt besteed.

 

Stedelijk Investeringsfonds (SIF) Wijkvernieuwing (N 223 duizend euro)
In 2017 is voor het uitvoeren van werkzaamheden ten behoeve van SIF-projecten wijkvernieuwing 223 duizend euro meer uitgegeven. Het gaat om diverse wijken in de stad, met name Selwerd.

 

Pomphoes (N 200 duizend euro)
Conform door uw raad besloten is 200 duizend euro in 2017 uitgegeven als kapitaalverstrekking voor het herbestemmen Pomphoes tot historisch museum.

 

Stedelijk Investeringsfonds (SIF) (N 132 duizend euro)
In 2017 zijn in relatie tot het Stedelijk Investeringsfonds werkzaamheden uitgevoerd. Het gaat om lasten met betrekking tot aanpassingen LTC Hoogkerk en Kunst op Straat.

 

SIF-variantenanalyse aanpak Oosterhamrikzone (N 294 duizend euro)
Uw raad heeft vanuit het Stedelijk Investeringsfonds (SIF) voor de variantenanalyse aanpak Oosterhamrikzone middelen beschikbaar gesteld. De kosten van deze analyse zijn hoger uitgevallen dan begroot.

 

Uitvoeringsprogramma Binnenstad (N 131 duizend euro)
Het nadeel heeft betrekking op het uitvoeringsprogramma Bestemming Binnenstad. Het gaat om een meerjarig project. De kosten worden uit het Stedelijk Investeringsfonds (SIF) reserve voorgefinancierd.

 

MVA naar beklemde reserve (V 2,7 miljoen euro)
Onderstaande resultaten tellen op tot een voordeel van 2,7 miljoen euro en worden verrekend met de daarvoor bestemde beklemde reserve.

 

Rente reserve Grote Markt (V 551 duizend euro)
Met betrekking tot de grondexploitatie van de Grote Markt zijn diverse noodzakelijke aanpassingen in de beginbalans doorgevoerd. Dit leidt tot een voordelig renteresultaat van 551 duizend euro. Deze moeten vervolgens worden gestort in een beklemde reserve, waaruit de toekomstige kapitaallasten worden gedekt.

 

Rentebaten bijdragen projecten beklemde reserve (V 486 duizend euro)
Het resultaat komt voort uit aanpassingen in de beginbalans die na het jaareinde 2017 in het boekjaar 2017 zijn uitgevoerd. Het betreft rente over eigen bijdragen ten behoeve van de projecten Eemspoort, Woonschepenhaven, maatregelen A-kwartier en Bessemoer. Deze moeten vervolgens worden gestort in een beklemde reserve, waaruit de toekomstige kapitaallasten worden gedekt.

 

Bijdrage in MVA naar beklemde reserve (V 292 duizend euro)
In de Materiële Vaste Activa (MVA) was in een aantal gevallen sprake van een negatieve boekwaarde. Dit is niet mogelijk op basis van regelgeving. Deze negatieve boekwaarden zijn ontstaan doordat bijdragen in de MVA ingeboekt zijn terwijl er nog niet voor datzelfde bedrag aan kosten is gemaakt. Om te voldoen aan de regelgeving worden de eigen middelen die in deze projecten zijn ingeboekt voor het deel waardoor een negatieve boekwaarde ontstaat, overgeboekt naar de exploitatie en verantwoord als resultaat. Deze bedragen moeten vervolgens worden gestort in een beklemde reserve, waaruit de toekomstige kapitaallasten worden gedekt.

 

Groningen Spoorzone en Oosterhamriktracé (V 1,33 miljoen euro)
Voor het project Groningen Spoorzone en het Oosterhamriktracé zijn respectievelijk 1,2 miljoen euro en 130 duizend euro aan eigen middelen bijdragen ter dekking van de kapitaallasten beschikbaar gesteld. Deze bedragen moeten worden gestort in een beklemde reserve, waaruit de toekomstige kapitaallasten worden gedekt.

 

Bijdrage aan Regio Groningen Assen voor uitvoering netwerkanalyse Bereikbaarheid (N 4,3 miljoen euro)
In 2013 hebben we, vanwege hernieuwde inzichten, samen met onze partners Provincie Groningen en Regio Groningen Assen een actualisatie gemaakt van de netwerkanalyse Bereikbaarheid en een uitvoeringsprogramma vastgesteld. Over de financiering van het uitvoeringsprogramma zijn diverse afspraken gemaakt. Eén van deze afspraken behelst een additionele (naast jaarlijkse) bijdrage van in totaal 10,3 miljoen euro van de Gemeente Groningen aan de Regio Groningen Assen. De totale bijdrage van 10,3 miljoen is overgemaakt in 2 tranches; 6 miljoen euro in 2015 en 4,3 miljoen euro in 2017. De bijdrage uit 2017 kan vanaf 2017 uit structureel beschikbare middelen worden gedekt.

 

Taakstelling Autobereikbaarheid (N 1,0 miljoen euro)
Bij de begroting is uitgegaan van een incidentele vrijval van 1 miljoen euro binnen het programma autobereikbaarheid ter invulling van een verlaging van het investeringsvolume met betrekking tot automaatregelen. Hoewel daadwerkelijk investeringen in automobiliteit zijn geschrapt kan deze incidentele vrijval niet in de exploitatie worden gerealiseerd omdat het om kredietruimte verlaging gaat.

 

Parkeerbedrijf (V 1,1 miljoen euro)
Het resultaat parkeerbedrijf bedraagt 1,1 miljoen euro positief en bestaat uit de volgende onderdelen:

 

Parkeren (V 1,3 miljoen euro)
De lasten vallen per saldo 1,329 miljoen euro lager uit. Voor het aanleggen van toegangscontrole apparatuur in buurtstallingen zijn kosten uitgesteld omdat de aanbesteding meer tijd vergt.

 

Fiets parkeren (N 0,2 miljoen euro)
Het nadeel van 189 duizend euro wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door hogere beheerkosten van het parkeren van fietsen in stallingen Stationsgebied hetgeen onderdeel uit maakt van het resultaat parkeerbedrijf.

 

Groningen geeft Energie (N 0,6 miljoen euro)
De overschrijding op Groningen geeft Energie is na aftrek van de externe baten (362 duizend euro) en inkomsten uit de decembercirculaire van het gemeentefonds (363 duizend euro, in programma 12 opgenomen) uitgekomen op 242 duizend euro. Dit bedrag kan voor een groot deel verklaard worden door incidentele uitgaven die zijn gedaan voor de lobby het Gronings Bod en het Klimaatadaptatie instituut. Deze lobby heeft plaatsgevonden in het kader van de Tweede Kamerverkiezingen en heeft er toe geleid dat het Klimaatadaptatie instituut in Groningen wordt gevestigd en dat Groningen als potentiële koploper in de energietransitie wordt genoemd in het regeerakkoord.

 

Inzameling bedrijfsafval (V 0,5 miljoen euro)
Ten opzichte van de begroting is er sprake van hogere baten van 569 duizend euro wegens een hoger afvalaanbod dan begroot. Hierdoor zijn meer tonnages in rekening gebracht. Echter door de hogere omzet zijn er ook hogere verwerkings- en inzamelkosten (68 duizend euro). Het resultaat is per saldo 501 duizend euro.

 

Groot Onderhoud openbare ruimte (V 1,9 miljoen euro)
Het resultaat op budgetten groot onderhoud openbare ruimte van 1,856 miljoen euro wordt met name veroorzaakt doordat diverse projecten die zijn gepland voor 2017 niet (geheel) zijn uitgevoerd in 2017. Gedurende het lopende jaar hebben we bijgestuurd door voor 2018 geplande projecten naar voren te halen. Desondanks lopen bepaalde projecten in de uitvoering vertraging op vanwege de afstemming met bewoners en/of samenvoeging met andere projecten. Enerzijds is er een voordeel van 1,7 miljoen euro op de programmabudgetten voor het groot onderhoud. Anderzijds is er een resultaat van 205 duizend euro als gevolg van een vrijval op het budget BORG kapitaallasten.

 

Onderwijshuisvesting (V 0,4 miljoen euro)
De gemeente heeft een wettelijke taak om huisvesting te verzorgen voor scholen in de primaire en secondaire onderwijs. In het kader hiervan hebben wij beschikkingen afgegeven aan scholen om bepaalde werkzaamheden uit te voeren in de schoolgebouwen. De werkzaamheden zijn eind 2017 nog niet uitgevoerd, waardoor wij de kosten niet hebben gemaakt. Resultaten op onderwijshuisvesting worden verrekend met de reserve onderwijshuisvesting. Wanneer de scholen de werkzaamheden hebben uitgevoerd, worden de bedragen weer onttrokken aan de reserve onderwijshuisvesting.

 

Schuldhulpverlening (V 0,4 miljoen euro)
In 2017 zien we een voordelig resultaat van 0,4 miljoen euro op de schuldhulpverlening. Dit wordt veroorzaakt door vacaturevrijval. Ook zijn de beschikbare middelen voor projecten in de loop van het jaar ingezet en is er vrijval op een aantal bedrijfsvoeringsbudgetten.

 

Individuele studietoeslag   (V 0,5 miljoen euro)
In juni hebben wij de raad geïnformeerd over het Scholingsplan voor personen aan de onderkant van de arbeidsmarkt. De activiteiten in het Scholingsplan worden bekostigd door een bedrag van 543 duizend euro in 2017 in te zetten uit het budget Individuele studietoeslag. Hiervoor is in de begroting 2017 een totaalbedrag van 716 duizend euro opgenomen Doordat de projecten pas in de loop van de tweede helft van 2017 zijn opgestart zijn niet alle beschikbare middelen ingezet in 2017. In 2017 is 52 duizend euro uitgegeven aan de doelgroep en 152 duizend euro voor het scholingsproject.

 

Bijzondere bijstand (N 0,5 miljoen euro)
De afwijking op de bijzondere bijstand, waaronder ook de individuele inkomenstoeslag, de wet kinderopvang en de overige armoederegelingen bedraagt per saldo 0,5 miljoen euro nadelig.

 

Op de individuele bijzondere bijstand zien we een afwijking van 0,7 miljoen euro nadelig, vooral veroorzaakt door de toegenomen kosten van beschermingsbewind en het beroep dat statushouders doen op de voorzieningen van de bijzondere bijstand.

 

In dit tekort hebben we rekening gehouden met de voor 2017 beschikbaar gestelde middelen vanuit het programma VAS (Vluchtelingen, asielzoekers en statushouders) van 0,63 miljoen euro.

 

Daarnaast zien we enkele kleinere afwijkingen op de Bijzondere Bijstand, waaronder:

 

Individuele inkomenstoeslag (N 0,2 miljoen euro)
Het aantal uitkeringen individuele inkomenstoeslag is sinds 2015 met gemiddeld 6 % per jaar gestegen. De meeste uitkeringen worden in de eerste maand van het nieuwe jaar verstrekt. Op grond van de verstrekte uitkeringen in januari 2018 voorzien we een verdere stijging van de uitgaven in 2018.

 

Wet Kinderopvang (V 0,2 miljoen euro)
Ook in 2017 hebben we een positief resultaat van 0,2 miljoen euro. In 2017 is er nieuw beleid ontwikkeld voor studerende ouders en tienermoeders. Dit is in de tweede helft van 2017 ingevoerd. Dit nieuw beleid is binnen het bestaande budget uitgevoerd.

 

Overige armoederegelingen (V 0,2 miljoen euro)
Het totale resultaat op de overige posten van de bijzondere bijstand (waaronder de collectieve ziektekostenverzekering) is 181 duizend euro voordelig. Dit resultaat wordt veroorzaakt onder andere door een afrekening van Menzis over 2016 van 47 duizend euro. De afrekening heeft betrekking op de voorschotbedragen die wij voor de aanvullende verzekering betalen en het gebruik daarvan. Ook hebben we een vrijval op de frictiekosten premies Menzis en de Vergoeding Ouderbijdrage Schoolfonds.

 

Verhoogde Asielinstroom (V 1,3 miljoen euro)
Voor de jaren 2016 en 2017 zijn extra rijksmiddelen beschikbaar gesteld, de zogenaamde Decentralisatie-uitkering Verhoogde asielinstroom. Deze verhoogde asielinstroom was de aanleiding om het programma Vluchtelingen, Asielzoekers en Statushouders op te starten. Doel van het programma is een vlotte Inburgering en toeleiding naar Werk of Onderwijs te bewerkstelligen. Hoewel de instroom sterk is verminderd, is de huisvesting en inburgering van statushouders binnen de Gemeente Groningen nog volop aan de gang. Inmiddels is hiervoor een convenant met onderwijspartners gesloten en een nieuwe werkwijze ontwikkeld. De werking van het convenant en de nieuwe werkwijze zijn in 2017 stapsgewijs uitgevoerd. Hierdoor is de verwachting dat er overloop is over het jaar heen en dat een deel van het budget uit 2017 in 2018 zal worden uitgegeven.

 

BUIG (N 1,3 miljoen euro)
Binnen dit deelprogramma verantwoorden we een nadeel van 1,7 miljoen euro op uitkeringen die onder de BUIG vallen. Het resultaat op de loonkostensubsidie (0,4 miljoen euro voordeel), dat onderdeel is van het BUIG-resultaat, verantwoorden we binnen deelprogramma 1.1 Werk en activering. In totaal bedraagt de afwijking op de BUIG ten opzichte van de begroting 1,3 miljoen euro nadelig.  Dit is inclusief een vangnetuitkering en dekking vanuit de reserves.

 

Wat betreft de financiering is het Rijk voor de bepaling van het macrobudget uitgegaan van een landelijke daling van het bijstandsvolume in 2017 met 3,4 %. Zowel landelijk als in Groningen is het gemiddeld aantal bijstandsuitkeringen in 2017 echter gestegen met 1 %. De nadelige afwijking ten opzichte van de begroting wordt dan ook grotendeels verklaard door een ontoereikend macrobudget. Daarnaast is het aandeel dat Groningen uit het landelijk budget ontvangt lager dan het aandeel van de bijstandsuitgaven in Groningen in de landelijke uitgaven. Groningen ontvangt derhalve minder budget dan het uitgaven heeft, ook wanneer het macrobudget toereikend zou zijn geweest. Dit negatief verschil wordt aangeduid als herverdeeleffect en vloeit voort uit het objectief verdeelmodel dat het Rijk hanteert. Belangrijkste oorzaak voor het negatief herverdeel-effect bij Groningen is dat de gemiddelde bijstandslasten in Groningen aanmerkelijk hoger liggen dan de gemiddelde bijstandslasten waarop het verdeelmodel is gebaseerd.

 

Wij teams (N 0,8 miljoen euro)
Met de overgang van het tijdelijk toegangsteam naar de WIJ-organisatie is er geen budgettaire ruimte meer voor extra inzet van de consulenten. Gelet op de ervaringen uit 2016 was de doelstelling niet reëel om in 2017 en verder geen gebruik meer te maken van de extra inzet van deze consulenten. Daarom is ook in 2017 de extra inzet van consulenten (11 fte) noodzakelijk gebleken.

Zoals in eerdere voortgangsrapportages gemeld hebben we een deel van deze kosten gedekt uit bestaande VSD-budgetten. Deze budgetten zijn opgenomen binnen diverse programma’s van de rekening. Binnen dit deelprogramma leidt dit tot een aanvullend nadeel van 0,2 miljoen euro. In totaal ontstaat hierdoor per saldo een nadeel van 0,8 miljoen euro.

 

Wmo (N 6,2 miljoen euro)
Aan het eind van 2017 bedraagt het totale nadelige resultaat op de WMO 6,2 miljoen euro nadelig. Dit resultaat wordt gevormd door de volgende onderdelen:

 

Wmo begeleiding (N 5,8 miljoen euro)We zien een nadelig resultaat ontstaan op de Zorg In Natura (ZIN) 18+ van 6,6 miljoen euro ten opzichte van de begroting. Als gevolg van een toenemend aantal afgegeven indicaties en het aantal unieke cliënten vanaf juli, stijgt de indicatiewaarde sterk door tot 32,5 miljoen euro. De indicatiewaarde komt tot stand door de toegekende zorg te vermenigvuldigen met het tarief van de betreffende zorgvorm. Het verzilveringspercentage blijft stabiel op 68%. Het verzilveringspercentage is het percentage dat uitdrukt in welke mate de geïndiceerde zorg daadwerkelijk verleend is.

 

Er is sprake van een lichtere stijging van de kosten dan in de begroting opgenomen op de PGB uitgaven voor WMO 18+. Dit levert een voordelig resultaat op van 0,3 miljoen euro. Daarnaast hebben we aan eigen bijdragen Wmo 18+ 0,5 miljoen euro meer ontvangen vanwege de sterk gestegen kosten voor Wmo begeleiding ZIN 18+.

 

Beschermd Wonen (-)
De gemeente Groningen voert de centrumregeling beschermd wonen uit voor de regio in de vorm van een lichte Gemeenschappelijke Regeling.

 

In lijn met de afgegeven prognoses zien we een lichte stijging van zowel de indicatiewaarde ZIN als de uitgaven PGB. De indicatiewaarde bedraagt 44 miljoen euro. Het verzilveringspercentage bedraagt 97,1%.  

 

We houden in 2017 een bedrag van 9,5 miljoen euro over op dit budget voor de gehele regio. Daarvan hebben we 1,7 miljoen euro nodig om de continuïteit van de zorgaanbieders te kunnen bekostigen in 2018. De resterende 7,8 miljoen euro verdelen we op basis van inwoneraantallen. Doordat de stad Groningen al geanticipeerd heeft op een resultaat van 2,6 miljoen euro, hebben we geen extra voordelig resultaat.

 

3) Algemene voorziening Huishoudelijke Hulp (V 0,9 miljoen euro)
Er was ruim begroot voor 2017. Daarom zien we, ondanks een trendmatige stijging van het aantal cliënten, per saldo een voordeel ten opzichte van die begroting van 0,9 miljoen euro.

 

Overige Wmo voorzieningen (N 1,3 miljoen euro)
De stijging van de tarieven voor hulpmiddelen (rolstoelen e.d.) zorgt voor extra uitgaven op de taken die met de introductie van de Wet op de maatschappelijke ondersteuning 2007 naar de gemeenten zijn overgeheveld. Het aantal verstrekte hulpmiddelen is op hetzelfde niveau gebleven.

 

Maatschappelijke Opvang (V 0,7 miljoen euro)
Het resultaat op Maatschappelijke Opvang valt in twee delen uiteen: een incidenteel resultaat van 355 duizend euro als gevolg van lagere vaststellingen en terugvorderingen bij gesubsidieerde instellingen en een resultaat van 365 duizend euro als resultaat op in 2017 verstrekte subsidies die in 2018 worden afgerekend, anticiperend op toekomstige Rijks-bezuinigingen.

 

Jeugd (N 8,8 miljoen euro)
Enerzijds bestaat dit resultaat uit het nadeel op de gecontracteerde Jeugdhulp via de RIGG. Als gevolg van de stijging van het aantal verwijzingen naar de Jeugdhulp sinds de transitie, met name naar ambulante jeugdhulp en dagbesteding/dagbehandeling, nemen de kosten exponentieel toe. Dit is een regionaal, maar ook zeker een landelijk probleem. Het huidige door de RIGG afgegeven resultaat voor de totale zorgkosten Jeugd in de regio Groningen bedraagt 29,3 miljoen euro. Voor de stad Groningen komt daarmee het tekort uit op 8,9 miljoen euro. De RIGG heeft aangegeven dat er voor Groningen over 2015 en 2016 nog een voordeel wordt verrekend van 0,6 miljoen euro. Hiermee is nu een totaal tekort van 8,3 miljoen euro in de jaarrekening voor de gecontracteerde Jeugdhulp via de RIGG opgenomen. Daarnaast hebben we te maken met aanvullende kosten voor niet-gecontracteerde zorgaanbieders van 0,5 miljoen euro.

 

ESF-subsidie (V 1,8 miljoen euro)
In 2016 heeft het Agentschap SZW heeft de subsidieaanvraag voor de Arbeidsmarktregio over de periode 2015-2016 verlengd tot en met 31 maart 2017. In 2017 is de einddeclaratie ingediend en heeft er controle plaats gevonden waarbij het maximale subsidiebedrag is toegekend.

Dit leidt tot een voordelig resultaat voor de gemeente Groningen van 1,8 miljoen euro (na aftrek van uitvoeringskosten).

 

Vrouwenopvang (V 0,3 miljoen euro)
Het resultaat op Vrouwenopvang bedraagt bijna 0,3 miljoen euro door vertragingen in het uitvoeringsprogramma.

 

Werk in Zicht (V 0,6 miljoen euro)
Werk in Zicht (WIZ) is een regionaal samenwerkingsverband voor de arbeidsmarktregio Groningen, bestaande uit 27 gemeenten uit Groningen, Noord-Drenthe en UWV. De regio is opgedeeld in vier sub-regio’s. Eén van de sub-regio’s is Centraal. De stad Groningen maakt hiervan deel uit naast nog een aantal andere gemeenten in de directe omgeving. Gemeente Groningen is centrumgemeente voor regionale samenwerking en voor de sub-regio Centraal.

 

Binnen het samenwerkingsverband loopt een aantal projecten waarvan de middelen toebehoren aan de regio.

 

 Hieronder vatten we de verschillende projectresultaten samen:
WIZ-samenwerking (V 165 duizend euro). Het samenwerkingsverband wordt ondersteund door team regio ondersteuning WIZ. De kosten voor dit team worden gefinancierd uit bijdragen van de deelnemers, ESF-subsidie en bijdragen van derden (zoals provincie Groningen). Niet alle regiomiddelen zijn besteed in 2017;

  • Sectorplannen SW Organisaties rapportage en coördinatie Centrumgemeente (V 63 duizend euro). Landelijk zijn er middelen beschikbaar gesteld voor de innovatie en transformatie van de sociale werkvoorziening. Eind 2017 resteert er een bedrag van 63 duizend euro;
  • Voorbereiding 1000-banenplan (N 63 duizend euro).Dit betreffen de voorbereidingskosten 2017 op het 1000-banenplan dat loopt van 2018 tot en met 2021. Deze kosten worden verrekend met de te ontvangen rijksmiddelen;
  • Vorming regionaal Werkbedrijf (V 242 duizend euro). Als centrumgemeente voor de arbeidsmarktregio heeft Groningen voor de inrichting van het Werkbedrijf in totaal 1 miljoen euro ontvangen. Eind 2017 is van dit budget 242 duizend euro nog niet besteed;
  • Aanpak jeugdwerkloosheid (V 49 duizend euro). Ook voor de aanpak van Jeugdwerkloosheid hebben we als centrumgemeente van de arbeidsmarktregio middelen ontvangen voor de uitvoering van regionale plannen om meer jongeren met een kwetsbare arbeidsmarktpositie actief naar werk te bemiddelen. Van de resterende middelen worden de activiteiten voortgezet;
  • Grensoverschrijdende arbeidsbemiddeling met Duitsland (V 99 duizend euro). Door het Ministerie van SZW is aan de 14 arbeidsmarktregio’s langs de grens, een bedrag van 100 duizend euro ter beschikking gesteld. Het betreft een éénmalige bijdrage die ingezet dient te worden voor de samenwerking.

 

Armoede en Minimabeleid (V 0,3 miljoen euro)
Diverse projecten in relatie tot het armoede- en minimabeleid zijn later in het jaar opgestart. Dit zorgt voor een vrijval van 199 duizend euro. Voor wat betreft het armoede- en minimabeleid gericht op ouderen vallen de door het Rijk beschikbaar gestelde middelen in 2017 vrij (81 duizend euro). Deze aanpak loopt door in 2018.

 

Leerlingenvervoer (V 0,4 miljoen euro)
De belangrijkste oorzaak van dit voordelig resultaat is het nieuwe contract dat wij in 2014 hebben afgesloten. Daarnaast leiden de aanpassingen uit de Verordening Leerlingenvervoer 2014 tot lagere kosten, nu de overgangsbepalingen zijn uitgewerkt.

 

Opvoedkracht (V 0,3 miljoen euro)
Vanaf 2016 worden een groot deel van de activiteiten, die eerder binnen het programma Opvoedkracht uitgevoerd werden, uitgevoerd door WIJ-Groningen. Dit heeft tijdelijk geleid tot onderbenutting van het voor het programma Opvoedkracht beschikbare budget.

 

Openbare gezondheidszorg (V 0,3 miljoen euro)
Voor een aantal projecten uit het jaarplan gezondheidsbeleid zijn de kosten in 2017 lager uitgevallen. Bij sommige projecten hield dit verband met de noodzakelijke voorbereidingstijd om het project te kunnen opstarten. Ook zijn uitgaven voor enkele projecten onder de uitgaven voor de WIJ-teams verantwoord.

 

Vrijval pensioenvoorziening APPA (V 0,8 miljoen euro)
Voor de berekening van de pensioenverplichting wordt uitgegaan van het meest recente rentetarief, namelijk die van 2018. Deze ligt hoger dan het rentetarief van 2017, op basis waarvan de pensioenverplichting aanvankelijk was gebaseerd. Hierdoor kan een bedrag van 773 duizend euro vrijvallen.

 

Frictiekosten en flankerend beleid (N 3,2 miljoen euro)
Het nadeel van 3,2 miljoen op frictiekosten en flankerend beleid bestaat uit de volgende onderwerpen:

 

Frictiekosten (N 2,9 miljoen euro)
Het nadelige resultaat is ontstaan door een hoger beslag op het frictiebudget uit exploitatie (658 duizend euro) en een dotatie in de voorziening voor toekomstige frictiekosten (2,3 miljoen euro). De voorziening is herberekend waarbij rekening is gehouden met de gemaakte afspraken per medewerker.

 

Flankerend beleid (N 0,3 miljoen euro)
Eind 2017 is de stand van de reserve 3,351 miljoen euro. Jaarlijks wordt bij de begroting een bedrag onttrokken aan de reserve om de begrote kosten voor flankerend beleid te dekken. Naast de reserve is er ook een voorziening voor de herplaatsers welke aanspraak kunnen maken op het flankerend beleid. Na herberekening van de voorziening heeft dit in 2017 geleid tot een vrijval van 57 duizend euro.

Naast de vrijval de voorziening is er het afgelopen jaar door de voorgenomen ICT-outsourcing een hoger beroep op het flankerend beleid gedaan dan begroot, dit leidt tot een nadeel van 388 duizend euro.

 

Personeelslasten/ extra dienstverlening (N 2,4 miljoen euro)
Het nadeel op personele lasten kent een aantal oorzaken.

 

Hogere detacheringsopbrengsten (V 0,7 miljoen euro)
De detacheringsopbrengsten zijn hoger, omdat er meer medewerkers zijn gedetacheerd dan oorspronkelijk begroot. Hiertegenover staan hogere lasten door meer (ingeleend) personeel. Per saldo een voordeel van 716 duizend euro.

 

Extra inhuur ambtelijke ondersteuning (N 3,1 miljoen euro)
Naast inhuur vanwege de voorgenomen outsourcing ICT, is er voor diverse ondersteunende afdelingen extra inhuur geweest in 2017. Er wordt zorgvuldig omgegaan met vacatures en het invullen hiervan in verband met te realiseren bezuinigingen. Hierdoor wordt er meer beroep gedaan op externe inhuur. Daarnaast is er door ziekte in verband met de continuering van de bedrijfsvoering meer ingehuurd dan gedacht. Hiermee is in totaal circa 2,3 miljoen euro gemoeid.

In de brief van het auditcomité van oktober 2017 bent u geïnformeerd over het Verbeterprogramma Financieel Administratieve Beheersing dat is opgesteld door de ambtelijke organisatie in samenspraak met de accountant naar aanleiding van de afkeurende controleverklaring bij de jaarrekening 2016. Om de jaarrekening 2017 goed te kunnen voorbereiden en de fouten en de onzekerheden te herstellen die de accountant heeft gesignaleerd bij de jaarrekening 2016, hebben we in 2017 en moeten we in 2018 extra capaciteit organiseren: bij Stadsontwikkeling/grondbedrijf, Financiën en met name bij team Auditing. Dit om onder meer de benodigde correcties op de beginbalans 2017 te bepalen en verwerken en om de grexen te herzien. Hiervoor is in 2017 externe capaciteit ingehuurd voor 0,2 miljoen euro. In het Verbeterprogramma zullen ook maatregelen worden opgenomen om op middellange termijn (2018-2020) de noodzakelijke verbeteringen te borgen. Verder heeft er extra inhuur plaatsgevonden in verband met de herhuisvesting aan het Zuiderdiep en in verband met de transitie van de archiefafdelingen (0,3 miljoen euro).

 

Diverse kleinere afwijkingen binnen de personeelslasten tellen op tot een nadeel van 0,3 miljoen euro.

 

Outsourcing ICT (N 1,0 miljoen euro)
De aanbesteding van de generieke ICT nadert zijn einde, in 2018 zal de transitiefase starten. De plannen voor het standaardiseren en reduceren van onze software zijn inmiddels opgeleverd. De uitvoeringsfase vindt veelal in 2018 plaats. Hierdoor ontstaat een voordeel van 1,2 miljoen euro. Daarnaast is er voor het programma Outsourcing een reorganisatievoorziening gevormd, dit levert in 2017 een nadeel op van 2,2 miljoen euro. Hiermee was in de business case later in het traject al rekening gehouden waardoor er sprake is van een verschuiving in jaren. In 2017 daardoor op het meerjarige project per saldo een nadelig resultaat van 1,0 miljoen euro.  

 

ICT (N 705 duizend euro)
Bij ICT is sprake van een aantal positieve effecten (vrijval kapitaalslasten) en negatieve effecten (extra en duurdere inhuur gekoppeld aan de mobiliteitsbeweging als gevolg van het programma outsourcing). Per saldo vallen deze positieve en negatieve effecten grotendeels tegen elkaar weg.  Het nadeel ICT van 705 duizend euro zit in de reguliere ICT-dienstverlening. De kosten voor onderhoud zijn hoger uitgevallen. Dit wordt enerzijds veroorzaakt door een administratieve correctie over vorig boekjaar (244k), de afrekening van een aantal projecten uit voorgaande jaren (zoals glasvezel verlengingen) en kleine tekorten op budgetten voor licenties. Anderzijds hebben we ook meer geld uitgegeven aan informatiebeveiliging als gevolg van gewijzigde wet- en regelgeving. Op basis van deze ontwikkelingen is er vanaf 2018 ook structureel meer budget voor informatiebeveiliging beschikbaar gesteld.  

 

Vrijwillig mobiel (N 0,3 miljoen euro)
Door stimulering binnen de organisatie is de groep interne medewerkers binnen vrijwillig mobiel gegroeid, de hiermee gemoeide detacheringsinkomsten vallen tegen door onder meer ziekte.

 

VERSCHILLEN TUSSEN REKENING 2017 EN VOORTGANGSRAPPORTAGE 2017 - II

In Voortgangsrapportage 2017-II (VGR 2017-II) verwachtten we een nadeel van 1,5 miljoen euro. Daarmee is het rekeningresultaat 2017 ten opzichte van de prognose in de voortgangsrapportage 14,4 miljoen voordeliger.

 

Het bedrag van 14,4 miljoen euro gerelateerd aan het lastentotaal in de actuele begroting van 963 miljoen euro betekent een afwijking van afgrond 1,5%. Daarmee is deze afwijking op totaalniveau binnen onze norm (3% van het lastentotaal) voor begrotingsbeheer. Op regelniveau zijn er wel de nodige verschillen ten opzichte van het verwachte resultaat bij de VGR 2017-II. De verschillen groter dan 0,5 miljoen euro worden hieronder toegelicht.

 

Afwaardering Warmtestad (N 2,9 miljoen euro)
Op de agiostortingen Warmtestad wordt 2,9 miljoen euro afgewaardeerd als gevolg van het niet doorgaan van het geothermieproject. De hoogte van de afwaardering was ten tijde van het opstellen van de VGR 2017-II nog niet bekend. Daarmee was dit resultaat niet voorzienbaar.

 

Belastingen en leges (V 1,6 miljoen euro)
Het voordeel bij de rekening 2017 is 1,6 miljoen hoger dan de prognose bij de VGR 2017-II. Voor het voordelige resultaat op de OZB van 1,5 miljoen was een onzekerheid opgenomen bij de VGR 2017-II in verband met de latere aanslagoplegging van niet-woningen. Daarnaast was er nog geen betrouwbaar beeld van de ontwikkeling van de grote bouwaanvragen ten tijde van het opstellen van de VGR 2017-II en daarmee slechts deels te voorzien.

 

Vrijval Extra Beleid (V 4,9 miljoen euro)
De vrijval bij de rekening 2017 op extra beleid is 5,8 miljoen euro. Bij de VGR 2017-II is een voordeel van 0,9 miljoen euro gemeld. De grootste posten met betrekking tot vrijval incidenteel extra beleid die niet bekend waren bij de VGR 2017-II betreffen:

 

Interne plankosten zuidelijke ringweg V 0,5 miljoen euro
Bij de jaarrekening 2014 is 600 duizend euro beschikbaar gesteld voor de plankosten Zuidelijke Ringweg. Dit ter dekking van de tariefverschillen c.q. niet door de ZRW gefinancierde kosten. Ultimo 2017 is hier nog 470 duizend euro van beschikbaar voor de komende jaren. Dit resultaat was bij de VGR 2017-II voorzienbaar.

 

Extra trainees (verjonging) V 0,3 miljoen euro
Bij VGR 2017-II is onvoldoende in beeld gebracht dat het geld voor verjonging niet volledig besteed zou worden.

 

Vanuit de structureel beschikbaar gestelde middelen extra beleid zijn de grootste posten waarvan de vrijval niet bekend was bij de VGR 2017-II:

 

G-Kwadraat V 0,6 miljoen euro
G-Kwadraat is het economische programma voor de periode 2015 tot en met 2019 voor de versterking van het ondernemersklimaat. De omvang van de vrijval wordt met name bepaald door het tijdstip waarop de aanvragen door externen worden ingediend. Aangezien dit buiten de invloedsfeer van de gemeente is, was dit ten tijde van de VGR 2017-II lastig in te schatten en dus niet te voorzien.

 

Meerjarenprogramma Verkeer en vervoer V 1,2 miljoen euro
Onderdeel van het extra beleid intensiveringsmiddelen verplaatsen meerjarenprogramma verkeer en vervoer is de fietsstrategie. Voor veel fietsprojecten hebben we meer tijd nodig dan aanvankelijk gedacht voor voldoende draagvlak bij omwonenden. De hierdoor ontstane vrijval van 1,0 miljoen euro was bij de VGR 2017-II nog niet goed te bepalen en daarmee (deels) niet voorzienbaar. Dit zelfde geldt voor de overige vrijval van 0,2 miljoen euro vanuit de meerjarige projecten Verkeer en vervoer.

 

Spaarregeling Ringwegen V 0,3 miljoen euro
Samen met de provincie sparen we voor de verbetering van de Noordelijke, Oostelijke en Westelijke Ringweg, in de verhouding 2/7 stad en 5/7 provincie. Dit bedrag is via extra beleid beschikbaar gesteld, deze vrijval was bij de VGR 2017-II te voorzien.

 

Bouw sportcentrum Europapark V 0,3 miljoen euro
De bouw van het sportcentrum is nog niet voltooid, de daardoor ontstane vrijval van kapitaallasten was voorzienbaar bij de VGR 2017-II.

 

Overige vrijval extra beleid wat niet gemeld was bij de VGR 2017-II telt op tot 1,7 miljoen. Dit bestaat uit een aantal kleinere posten welke deels voorzienbaar waren.

 

Gebiedszaken (V 0,8 miljoen euro)
Een tweetal resultaten waren bij de VGR 2017-II nog niet bekend. De bijdrage vanuit het gebiedsprogramma in investeringen in speelvoorzieningen van 0,4 miljoen euro dient conform BBV-regelgeving te worden toegevoegd aan een beklemde reserve ter dekking van kapitaallasten. Dit loopt administratief gezien via het rekeningresultaat. Bij de VGR 2017-II was dit te voorzien. Daarnaast kent het gebiedsprogramma een bestedingstermijn van twee jaar. De vrijval van 0,4 miljoen euro op het gebiedsprogramma was bij de VGR 2017-II deels voorzienbaar.

 

Gemeentefonds (N 1,5 miljoen euro)
De afwijking ten opzichte van de VGR 2017-II is 1,5 miljoen euro nadelig. Dit wordt veroorzaakt door mutaties na de VGR 2017-II en was niet voorzienbaar. De uitkomsten van de septembercirculaire 2017, decembercirculaire 2017 en actuele informatie vanuit onder andere het CBS leiden tot een neerwaartse bijstelling van het verwachte resultaat op het gemeentefonds over 2017 met 1,5 miljoen euro. Bij de VGR 2017-II werd een positief resultaat verwacht op het gemeentefonds van 3,9 miljoen euro, bij de jaarrekening 2017 wordt dat neerwaarts bijgesteld tot 2,4 miljoen euro.

 

Grondzaken (V 18,6 miljoen euro)
Per saldo bedraagt het voordelige resultaat op grondzaken 18,6 miljoen euro. Dit wordt bij de deelprogramma’s waar dit betrekking op heeft, toegelicht en komt uitgebreid aan de orde in de paragraaf grondbeleid. Een groot deel van het resultaat grondzaken bestaat uit vrijval van de verliesvoorziening. De bepaling van de hoogte van de verliesvoorziening was ten tijde van het opstellen van VGR 2017-II nog niet afgerond, en daarmee dus grotendeels niet voorzienbaar.  

 

MVA naar beklemde reserve (V 2,7 miljoen euro)
Wijzigingen in BBV-regelgeving hebben ook in 2017 tot vrijval geleid wat gestort moet worden in een beklemde reserve ter dekking van toekomstige kapitaallasten. Voor 2017 telt deze vrijval op tot 2,7 miljoen euro. De bepaling van de hoogte van deze vrijval was ten tijde van het opstellen van VGR 2017-II nog niet afgerond, en daarmee dus deels niet voorzienbaar.

 

Bijdrage regio Groningen Assen (N 4,3 miljoen euro)
In 2015 zijn afspraken gemaakt met de regio-Groningen-Assen over compensatie.  Onderdeel van de afspraken was het betalen van bovengenoemde compensatie in 2017. Hetgeen vanaf 2017 uit structureel beschikbare middelen kan worden gedekt. Dit nadeel was bij de VGR 2017-II deels voorzienbaar.

 

Parkeerbedrijf (V 0,8 miljoen euro)

Het resultaat voor het parkeerbedrijf is voor 2017 uitgekomen op 1,1 miljoen euro voordelig. Bij de VGR 2017-II werd nog uitgegaan van een prognose van 0,3 miljoen euro. Het resultaat was wel grotendeels voorzienbaar.

 

Groningen geeft energie (   N 0,6 miljoen euro)
De uitgaven die tot de overschrijding hebben geleid, alsook de toegekende middelen zijn in het derde en vierde kwartaal van 2017 tot stand gekomen en waren dus niet voorzienbaar bij de VGR 2017-II.

 

Onderhoud openbare ruimte (V 1,6 miljoen euro)
Het resultaat op budgetten groot onderhoud openbare ruimte van 1,856 miljoen euro wordt met name veroorzaakt doordat diverse projecten die zijn gepland voor 2017 voor een deel niet (geheel) zijn uitgevoerd in 2017. Bij de VGR 2017-II is een resultaat gemeld van 0,3 miljoen euro. Dit resultaat was deels wel voorzienbaar.

 

Verhoogde asielinstroom (V 0,8 miljoen euro)
Er is een convenant met onderwijspartners gesloten en een nieuwe werkwijze ontwikkeld met betrekking tot huisvesting en inburgering van asielzoekers. De werking hiervan is in 2017 stapsgewijs uitgevoerd. Hierdoor is er overloop van het grootste gedeelte van het budget naar 2018. Bij de VGR 2017-II gingen we nog uit van een nog niet besteed bedrag van 0,5 miljoen. Uiteindelijke bleek bij de rekening een voordeel van 1,3 miljoen euro. Dit was deels voorzienbaar.

 

BUIG (V 0,5 miljoen euro)
Ten opzichte van VGR 2017-II valt het resultaat 0,5 miljoen euro voordeliger uit. Dit wordt verklaard uit een hogere van het Rijk ontvangen vergoeding voor loon- en prijscompensatie dan verwacht, een sterkere daling van de bijstandsuitgaven in de tweede helft van het jaar dan verwacht en een lagere vangnetuitkering die het gevolg is van beide voorgaande voordelige afwijkingen. Daarmee was het resultaat deels voorzienbaar ten tijde van het opstellen van de VGR 2017-II.

 

Wmo (N 2 miljoen euro)
Het totale resultaat op de WMO-budgetten bedraagt een nadeel van 6,2 miljoen euro waarvan 4,2 miljoen gemeld bij de VGR 2017-II. Deze afwijking ten opzichte van de VGR 2017-II wordt met name verklaard door de gestegen indicatiewaarde na juli en door gestegen tarieven voor verstrekte hulpmiddelen.

 

Maatschappelijke opvang (N 0,7 miljoen euro)
Het resultaat op Maatschappelijke Opvang valt in twee delen uiteen: een incidenteel resultaat van 355 duizend euro als gevolg van lagere vaststellingen en terugvorderingen bij gesubsidieerde instellingen en een resultaat van 365 duizend euro als resultaat op in 2017 verstrekte subsidies die in 2018 worden afgerekend, anticiperend op toekomstige Rijks-bezuinigingen. Dit resultaat was ten tijde van de VGR 2017-II deels voorzienbaar.

 

Jeugd (N 4,7 miljoen euro)
In de VGR 2017-II was de resultaatprognose 4,1 miljoen nadelig. Vanwege achterstanden in afrekeningen en productieverklaringen is pas laat zicht op de daadwerkelijke ontwikkeling van de zorgkosten gedurende het jaar. Hiervoor is bij de VGR 2017-II een onzekerheid opgenomen. Voor de gecontracteerde zorg is op basis van definitieve cijfers van de RIGG het resultaat 8,3 miljoen euro nadelig. Deze verslechtering in het resultaat ontstaat vooral door de stijging van het aantal verwijzingen naar de Jeugdhulp sinds de transitie, met name naar ambulante jeugdhulp en dagbesteding/dagbehandeling. Daarnaast hebben we na VGR 2017-II te maken met aanvullende kosten voor niet-gecontracteerde zorgaanbieders van 0,5 miljoen euro. In totaal een verslechtering van het resultaat van 4,7 miljoen euro.

 

ESF-subsidie (V 1,8 miljoen euro)
In 2016 heeft het Agentschap SZW heeft de subsidieaanvraag voor de Arbeidsmarktregio over de periode 2015-2016 verlengd tot en met 31 maart 2017. In 2017 is de einddeclaratie ingediend en heeft er controle plaats gevonden waarbij het maximale subsidiebedrag is toegekend. Deze toekenning was na het opstellen van de VGR 2017-II, daarom was dit resultaat niet voorzienbaar.

 

Vrijval pensioenvoorziening APPA   (V 0,8 miljoen euro)
Voor de berekening van de pensioenverplichting wordt uitgegaan van het meest recente rentetarief, namelijk die van 2018. Deze ligt hoger dan het rentetarief van 2017, op basis waarvan de pensioenverplichting aanvankelijk was gebaseerd. Hierdoor kan een bedrag van 773 duizend euro vrijvallen. Deze vrijval kon ten tijde van de VGR 2017-II nog niet berekend worden en was daarom niet voorzienbaar.  

 

Frictiekosten en flankerend beleid (N 3,2 miljoen euro)
Het nadeel op frictiekosten op de frictiekosten is ontstaan door een hoger beslag op het frictiebudget en een dotatie aan de voorziening frictiekosten. Berekeningen hiervoor zijn uitgevoerd in het 4e kwartaal. Dit resultaat was niet voorzien bij de VGR 2017-II.

 

Het resultaat op flankerend beleid bestaat uit een stukje vrijval van de voorziening flankerend beleid en er is een hoger beroep gedaan op flankerend beleid vanwege de outsourcing ICT. Beide waren bij de VGR 2017-II voorzienbaar.