Jaarverslag 2017

Werk en inkomen

In dit onderdeel geven wij per deelprogramma een toelichting op de afwijking in de baten en de lasten > 250 duizend euro.

DeelprogrammaPrimitieve begrotingActuele begrotingRekeningVerschil
Lasten
01.1Werk en activering62.85960.45259.2811.171
01.1.1Regionaal arbeidsmarktbeleid2541.1681.330-162
01.1.2Werk44.58238.33138.480-149
01.1.3Maatschappelijke participatie18.02320.95319.4711.482
01.2Inkomen en armoedeverlichting186.900196.890193.3843.506
01.2.1Uitkeringen164.530172.085169.0503.035
01.2.2Armoede- en minimabeleid15.76018.22818.380-152
01.2.3Handhaving1.5191.4861.358127
01.2.4Schuldhulpverlening5.0915.0914.596495
Baten
01.1Werk en activering15.4987.24910.2653.016
01.1.1Regionaal arbeidsmarktbeleid002.4972.497
01.1.2Werk10.1433.9564.432476
01.1.3Maatschappelijke participatie5.3553.2933.33644
01.2Inkomen en armoedeverlichting162.108160.760156.914-3.846
01.2.1Uitkeringen159.824158.496154.119-4.377
01.2.2Armoede- en minimabeleid6336141.094480
01.2.3Handhaving72729523
01.2.4Schuldhulpverlening1.5791.5791.60628
Reserve mutaties
Toevoegingen aan reserves1110
Onttrekking aan reserves12572570
Totaal Saldo na bestemming.72.15389.07785.2303.847

Financiële toelichting

1.1 Werk en activering

Lasten

Baten

Saldo

Afwijking (bedragen x 1.000 euro)

1.171

3.016

4.187

Subsidietekort SW (V 256 duizend euro)
In de actuele begroting is er rekening mee gehouden dat de directe loonkosten SW hoger zijn dan de subsidie SW van het rijk, waardoor er sprake is van een subsidietekort. Bij de jaarrekening bedraagt het voordeel op het subsidietekort 112 duizend euro. Dit wordt veroorzaakt door de volgende afwijkingen ten opzichte van de actuele begroting:

  • Er is een nadelig effect van het Lage Inkomensvoordeel (LIV). Het LIV is een voordeel voor werkgevers om werkgelegenheid aan de onderkant van de arbeidsmarkt te stimuleren. Deze regeling is aangepast waardoor minder mensen hiervoor in aanmerking komen. Ook ontvangen we door deze aanpassing een lagere vergoeding voor de SW-medewerkers die wel in aanmerking komen voor het LIV. Het totale nadeel bedraagt 418 duizend euro;
  • Via de integratie uitkering sociaal domein hebben we meer middelen voor de uitvoering van de Wsw (Wet sociale werkvoorziening) ontvangen. Deze toename ontstaat doordat het budget is geïndexeerd en rekening is gehouden met een groter aantal SW-ers. Ook wordt bij de verdeling van de rijksmiddelen voortaan gekeken naar de gemeente die de uitkering betaalt en niet meer naar de gemeente waar de SW-er woont. Voorheen ontvingen gemeenten waar de SW-er woonde de middelen van het Rijk en verrekenden gemeenten en SW-bedrijven deze kosten met elkaar. Bovenstaande wijzigingen uit de meicirculaire leiden tot een voordeel van 573 duizend euro in 2017;
  • De loonkosten SW vallen 164 duizend euro hoger uit. Dit wordt onder meer veroorzaakt door een hogere instroom van medewerkers in de categorie begeleid werken naar het SW-bedrijf. Deze medewerkers werkten voorheen begeleid bij een reguliere werkgever en stromen nu in het SW-bedrijf. Dit houdt in dat zij een loondienstverband krijgen bij het SW-bedrijf. Hierdoor wordt het SW-bedrijf geconfronteerd met hogere loonkosten;
  • De kosten van begeleid werken nemen met 57 duizend euro af door de terugloop van het aantal personen dat hieraan deelneemt (begroot 160, stand per 31 december 116). Overigens is het wel zo dat als gevolg van deze krimp ook de subsidie daalt
  • Tenslotte zien we een voordeel op de transitievergoeding voor ontslag SW-medewerkers van 208 duizend euro.

 

Omzet SW-bedrijf (N 210 duizend euro)
Het resultaat op de omzet uit het SW-bedrijf bestaat uit de volgende onderdelen:

SW-bedrijf (N 24 duizend euro). Tot halverwege dit jaar bleef de omzet achter. In het tweede halfjaar is het gelukt om een aantal incidentele grote orders aan te trekken. Hiervoor hebben we uitzendkrachten ingehuurd waarbij de extra kosten konden worden doorbelast aan de opdrachtgevers. Dit heeft geleid tot een nagenoeg neutraal resultaat op de omzet.

Wel zien we nog steeds dat de gemiddelde productiecapaciteit per medewerker terugloopt. De belangrijkste oorzaken hiervan zijn:

  • De medewerkers die instromen (nieuw beschut en voorheen detachering) zijn minder productief dan medewerkers die uitstromen;
  • Het aantal werkbegeleiders loopt terug en we kunnen geen nieuwe werkbegeleiders uit de nieuwe instroom halen met als gevolg dat hierdoor de productiviteit eveneens onder druk komt te staan;
  • De begeleiding van instroom nieuw beschut vergt meer inzet.

 

SW-detachering (N 186 duizend euro) De omzet uit detachering is sterker afgenomen. Deze extra afname wordt voornamelijk veroorzaakt doordat bij de directie Stadsbeheer het aantal gedetacheerde werkleiders is verminderd.

 

Loonkostensubsidie (V 450 duizend euro)
In de begroting zijn wij uitgegaan van gemiddeld 187 te verstrekken loonkostensubsidies voor een heel jaar. Het blijkt echter dat we in 2017 op een realisatie zitten van gemiddeld 120 geplaatste personen. Ultimo 2017 zitten er in 149 geplaatste personen op een afspraakbaan of nieuw beschut. Daarmee valt 0,5 miljoen euro vrij op dit budget. Tegenover deze vrijval staan de bijstandslasten. Dit voordeel betrekken we bij het resultaat op de BUIG wat verantwoord staat in deelprogramma 1.2 Inkomen en armoedeverlichting.

 

Bedrijfsvoering nieuw Beschut (V 247 duizend euro)
In de begroting 2017 is voor nieuw beschut uitgegaan van 78 personen aan het eind 2017. Dit aantal is bijgesteld naar 44 personen aan het einde van 2017. Dit is ook het quotum dat het Rijk heeft bepaald voor de gemeente Groningen voor 2017.Uiteindelijk hebben we 35 mensen weten te plaatsen op een nieuwe beschutte werkplek in 2017.  Begin februari 2018 hebben we nog 10 nieuw beschut-plekken gerealiseerd.Door het bijstellen van de aantallen vallen de kosten van nieuw beschut lager uit.

 

Bedrijfsvoering SW-bedrijf (V 678 duizend euro)
We hebben op de bedrijfsvoering van het SW-bedrijf een voordelig resultaat van 678 duizend euro.

De belangrijkste oorzaken vatten we hieronder samen:

  • Kapitaallasten; op basis van een actualisatie van de lopende investeringen blijken de kapitaallasten voor 2017 lager uit te vallen vanwege de achtergebleven investeringen ten opzichte van de begroting (V 131 duizend euro);
  • Ambtelijk personeel en inhuur (20 duizend euro voordeel); Op het ambtelijke personeel ontstaat een voordeel van 79 duizend euro vanwege vacatureruimte. Deze ruimte is door middel van inhuur tijdelijk ingevuld. Door het opvangen van piekmomenten is gebruik gemaakt van uitzendkrachten 59 duizend euro nadeel;
  • Overige personeelskosten SW-bedrijf; deze kosten vallen 451 duizend euro lager uit. Dit komt met name doordat op de opleidingskosten SW 140 duizend euro overblijft. Er is slechts een beperkt opleidingsplan voor 2017 waardoor een slechts een beperkt deel van het beschikbare budget is ingezet.  Daarnaast wordt aan het vervoer voor SW-medewerkers minder uitgegeven. Aangezien het contract met de huidige vervoerder afloopt zal een nieuwe aanbesteding plaatsvinden. Tenslotte blijven op de budgetten voor Arbo-hulpmiddelen en overige kosten SW bedragen over;
  • Diverse overige afwijkingen binnen de bedrijfsvoering resulteren in een voordeel van 76 duizend euro.

 

Bedrijfsvoering overig (V 311 duizend euro)
Dit voordeel wordt grotendeels veroorzaakt doordat er minder personeel is ingezet waardoor 102 duizend euro vrijvalt.  Daarnaast is een subsidie ontvangen uit het A&O fonds van 43 duizend in 2017 en een no-claim uitkering door een verzekeraar van 81 duizend euro welke niet waren begroot. Tenslotte zijn nog diverse afwijkingen binnen de bedrijfsvoering welke per saldo een voordeel van 85 duizend euro opleveren.

 

Participatiebudget (N 46 duizend euro)
Het afgelopen jaar is het Participatiebudget meer dan volledig ingezet. In de tweede voortgangsrapportage werd nog een vrijval verwacht van 650 duizend euro. We hebben toen aangegeven om alternatieve opties te onderzoeken om deze middelen in te zetten. In de tweede helft van 2017 is met name ingezet op (wijkgerichte) activiteiten op het gebied van Werk en Meedoen. De realisatie van het aantal P-banen is uiteindelijk uitgekomen op 555 actieve banen. Dit heeft positief bijgedragen aan de besteding van het P-budget.

 

WIZ (V 555 duizend euro)
Werk in Zicht (WIZ) is een regionaal samenwerkingsverband voor de arbeidsmarktregio Groningen, bestaande uit 27 gemeenten uit Groningen, Noord-Drenthe en UWV. De regio is opgedeeld in vier sub-regio’s. Eén van de sub-regio’s is Centraal. De stad Groningen maakt hiervan deel uit naast nog een aantal andere gemeenten in de directe omgeving. Gemeente Groningen is centrumgemeente voor regionale samenwerking en voor de sub-regio Centraal.

 

Binnen het samenwerkingsverband lopen een aantal projecten waarvan de middelen toebehoren aan de regio.

Hieronder vatten we de verschillende projectresultaten samen:

  • WIZ-samenwerking (V 165 duizend euro) Het samenwerkingsverband wordt ondersteund door team regio ondersteuning WIZ. De kosten voor dit team worden gefinancierd uit bijdragen van de deelnemers, ESF-subsidie en bijdragen van derden (zoals provincie Groningen). Niet alle regiomiddelen zijn besteed in 2017;
  • Sectorplannen SW Organisaties rapportage en coördinatie Centrumgemeente (V 63 duizend euro). Landelijk zijn er middelen beschikbaar gesteld voor de innovatie en transformatie van de sociale werkvoorziening. Eind 2017 resteert er een bedrag van 63 duizend euro;
  • Voorbereiding 1000-banenplan (N 63 duizend euro). Dit betreffen de voorbereidingskosten 2017 op het 1000-banenplan dat loopt van 2018 tot en met 2021. Deze kosten worden verrekend met de te ontvangen rijksmiddelen;
  • Vorming regionaal Werkbedrijf (V 242 duizend euro). Als centrumgemeente voor de arbeidsmarktregio heeft Groningen voor de inrichting van het Werkbedrijf in totaal 1 miljoen euro ontvangen. Eind 2017 is van dit budget 242 duizend euro nog niet besteed;
  • Aanpak jeugdwerkloosheid (V 49 duizend euro ).Ook voor de aanpak van Jeugdwerkloosheid hebben we als centrumgemeente van de arbeidsmarktregio middelen ontvangen voor de uitvoering van regionale plannen om meer jongeren met een kwetsbare arbeidsmarktpositie actief naar werk te bemiddelen. Van de resterende middelen worden de activiteiten voortgezet;
  • Grensoverschrijdende arbeidsbemiddeling met Duitsland (V 99 duizend euro ). Door het Ministerie van SZW is aan de 14 arbeidsmarktregio’s langs de grens, een bedrag van 100 duizend euro ter beschikking gesteld. Het betreft een éénmalige bijdrage die ingezet dient te worden voor de samenwerking.

 

ESF (V 1,8 miljoen euro)
In 2016 heeft het Agentschap SZW de subsidieaanvraag voor de Arbeidsmarktregio over de periode 2015-2016 verlengd tot en met 31 maart 2017. In 2017 is de einddeclaratie ingediend en heeft er controle plaats gevonden waarbij het maximale subsidiebedrag is toegekend.

Dit leidt tot een voordelig resultaat voor de gemeente Groningen van 1,8 miljoen euro (na aftrek van uitvoeringskosten). Deze middelen gaan wij de komende jaren inzetten om mensen richting werk te begeleiden en daarmee ook weer nieuwe ESF-middelen te genereren. Conform de verslaggevingsregels dienen wij dit resultaat in 2017 te presenteren.

 

Sectorplannen SW-organisaties onderzoek Dwarskijker (V 86 duizend euro)

De raad heeft bij het rekeningresultaat 2016 besloten om 268 duizend euro te bestemmen voor het realiseren van de aanbevelingen uit het onderzoek naar het verbetertraject Sturing en Bedrijfsvoering SW. Dit traject is nog niet afgerond.

 

Overige afwijkingen (V 61 duizend euro)
Overige afwijkingen tellen op tot een voordeel van 61 duizend euro.

 

1.2 Inkomen en armoedeverlichting

Lasten

Baten

Saldo

Afwijking

3.506

-3.846

-340

BUIG (N 1,78 miljoen euro)
Binnen dit deelprogramma verantwoorden we een nadeel van 1,7 miljoen euro op uitkeringen die onder de BUIG vallen. Het resultaat op de loonkostensubsidie (0,4 miljoen euro voordeel), dat onderdeel is van het BUIG-resultaat, verantwoorden we binnen deelprogramma 1.1 Werk en activering. In totaal bedraagt de afwijking op de BUIG ten opzichte van de begroting 1,3 miljoen euro nadelig.  Dit is inclusief een vangnetuitkering en dekking vanuit de reserves.

 

In de afgelopen jaren heeft het bijstandsvolume in Groningen zich ten opzichte van het landelijke volume steeds gunstig ontwikkeld. In 2017 zette deze ontwikkeling zich ook door in de eerste maanden, maar vanaf mei is het aandeel van Groningen in het landelijk volume nauwelijks meer gewijzigd. Over heel 2017 komt het aandeel nog wel iets lager uit dan in 2016. Wat betreft de financiering is het Rijk voor de bepaling van het macrobudget uitgegaan van een landelijke daling van het bijstandsvolume in 2017 met 3,4 %. Zowel landelijk als in Groningen is het gemiddeld aantal bijstandsuitkeringen in 2017 echter gestegen met 1 %. De nadelige afwijking ten opzichte van de begroting wordt dan ook grotendeels verklaard door een ontoereikend macrobudget. Daarnaast is het aandeel dat Groningen uit het landelijk budget ontvangt lager dan het aandeel van de bijstandsuitgaven in Groningen in de landelijke uitgaven. Groningen ontvangt derhalve minder budget dan het uitgaven heeft, ook wanneer het macrobudget toereikend zou zijn geweest. Dit negatief verschil wordt aangeduid als her-verdeeleffect en vloeit voort uit het objectief verdeelmodel dat het Rijk hanteert. Belangrijkste oorzaak voor het negatief her-verdeeleffect bij Groningen is dat de gemiddelde bijstandslasten in Groningen aanmerkelijk hoger liggen dan de gemiddelde bijstandslasten waarop het verdeelmodel is gebaseerd. Naar de vraag of mogelijk objectieve factoren aan de hogere gemiddelde bijstandsuitgaven ten grondslag liggen, wordt landelijk onderzoek verricht. Als de uitkomsten daar aanleiding toe geven zal het verdeelmodel van het Rijk daarop worden aangepast.

Ten opzichte van VGR 17-II valt het rekeningresultaat 0,5 miljoen euro voordeliger uit. Dit wordt verklaard uit een hogere van het Rijk ontvangen vergoeding voor loon- en prijscompensatie, een sterkere daling van de bijstandsuitgaven in de tweede helft van het jaar en een lagere vangnetuitkering die het gevolg is van beide voorgaande voordelige afwijkingen.

 

Bijzondere bijstand (N 0,5 miljoen euro)
De afwijking op de bijzondere bijstand, waaronder ook de individuele inkomenstoeslag, de wet kinderopvang en de overige armoederegelingen bedraagt per saldo 0,5 miljoen euro nadelig.

 

Op de individuele bijzondere bijstand zien we een afwijking van 0,7 miljoen euro nadelig, vooral veroorzaakt door de toegenomen kosten van beschermingsbewind en het beroep dat statushouders doen op de voorzieningen van de bijzondere bijstand.

 

In dit tekort hebben we rekening gehouden met de voor 2017 beschikbaar gestelde middelen vanuit het programma VAS (Vluchtelingen, asielzoekers en statushouders) van 0,63 miljoen euro.

 

Daarnaast zien we enkele kleinere afwijkingen op de Bijzondere Bijstand, waaronder:

Individuele inkomenstoeslag (N 0,2 miljoen euro). Het aantal uitkeringen individuele inkomenstoeslag is sinds 2015 met gemiddeld 6 % per jaar gestegen. De meeste uitkeringen worden in de eerste maand van het nieuwe jaar verstrekt. Op grond van de verstrekte uitkeringen in januari 2018 voorzien we een verdere stijging van de uitgaven in 2018.

 

Wet Kinderopvang (V 0,2 miljoen euro). Ook in 2017 hebben we een positief resultaat van 0,2 miljoen euro. In 2017 is er nieuw beleid ontwikkeld voor studerende ouders en tienermoeders. Dit is in de tweede helft van 2017 ingevoerd. Dit nieuw beleid is binnen het bestaande budget uitgevoerd.

 

Overige armoederegelingen (V 0,2 miljoen euro). Het totale resultaat op de overige posten van de bijzondere bijstand (waaronder de collectieve ziektekostenverzekering) is 181 duizend euro voordelig. Dit resultaat wordt veroorzaakt onder andere door een afrekening van Menzis over 2016 van 47 duizend euro. De afrekening heeft betrekking op de voorschotbedragen die wij voor de aanvullende verzekering betalen en het gebruik daarvan. Ook hebben we een vrijval op de frictiekosten premies Menzis en de Vergoeding Ouderbijdrage Schoolfonds.

 

Individuele studietoeslag (V 0,5 miljoen euro)
In juni hebben wij de raad geïnformeerd over het Scholingsplan voor personen aan de onderkant van de arbeidsmarkt. De activiteiten in het Scholingsplan worden bekostigd door een bedrag van 543 duizend euro in 2017 in te zetten uit het budget Individuele studietoeslag. Hiervoor is in de begroting 2017 een totaalbedrag van 716 duizend euro opgenomen.

Doordat de projecten pas in de loop van de tweede helft van 2017 zijn opgestart zijn niet alle beschikbare middelen ingezet in 2017. In 2017 is 52 duizend euro uitgegeven aan de doelgroep en 152 duizend euro voor het scholingsproject.

 

BBZ (Bijstandsverlening zelfstandigen) (N 0,3 miljoen euro)
Het nadeel op de Bijstandverlening zelfstandigen ad 0,3 miljoen euro valt uiteen in een nadeel dat voortvloeit uit de bekostigingssystematiek voor deze regeling (125 duizend euro) en een afwijking die met name het gevolg is van de waardering van en daarmee samenhangende voorziening voor dubieuze debiteuren (166 duizend euro).

 

Schuldhulpverlening (V 0,4 miljoen euro)
In 2017 zien we een voordelig resultaat van 429 duizend euro op de schuldhulpverlening. Dit wordt veroorzaakt door vacaturevrijval. Ook zijn de beschikbare middelen voor projecten in de loop van het jaar ingezet en is er vrijval op een aantal bedrijfsvoeringsbudgetten. Tezamen levert dit een voordeel op van 359 duizend euro. Daarnaast valt het bedrag van 70 duizend euro aan beschikbare extra beleidsmiddelen vrij, hier hoefde vanwege het voordelige resultaat geen beroep op te worden gedaan.

 

Bijstand op maat (V 32 duizend euro)
Op 29 maart 2017 heeft de raad besloten het meerjarig project “experiment Bijstand op maat 2017-2019” vast te stellen. Eind 2017 blijkt van de beschikbare middelen 32 duizend euro niet besteed.

 

Armoede- en minimabeleid (V 199 duizend euro)
Diverse projecten in relatie tot het armoede- en minimabeleid zijn later in het jaar opgestart. Dit zorgt voor een vrijval van 199 duizend euro.

 

Armoede- en minimabeleid gericht op ouderen (V 81 duizend euro)
Voor wat betreft het armoede- en minimabeleid gericht op ouderen vallen de door het Rijk beschikbaar gestelde middelen in 2017 vrij. Deze aanpak loopt door in 2018.

 

Vervanging automatiseringssysteem (V 417 duizend euro)
In de begroting hebben we rekening gehouden met de vervanging van een automatiseringssysteem (GWS). Afhankelijk van het proces van outsourcing ICT zullen we onderzoeken wanneer vervanging zal plaatsvinden. Binnen dit deelprogramma zorgt dit voor een vrijval op begrote kapitaallasten van 417 duizend euro.

 

Bedrijfsvoering (V 380 duizend euro)
Door vrijval op diverse bedrijfsvoeringsbudgetten, waaronder vorming en opleiding ontstaat een voordelig resultaat van in totaal 380 duizend euro.

 

Overige afwijkingen (V 231 duizend euro)
Overige kleinere afwijkingen tellen op tot een voordeel van 231 duizend euro.