Jaarverslag 2017

Risico's

Naam risico  

Vennootschapsbelasting (Vpb) voor overheidsbedrijven

Programma

Alle programma's

Omschrijving

Vennootschapsbelasting is een belasting die wordt geheven over de fiscale winst welke door een onderneming is behaald. Met ingang van 1 januari 2016 is de gemeente Vennootschapsbelastingplichtig indien en voor zover zij een onderneming drijft. Daar waar binnen de gemeente sprake is van het drijven van een onderneming, zal de Vpb-plicht gaan gelden. Het gaat dan om economische activiteiten waarbij de gemeente in concurrentie treedt (of kan treden) met de markt en daarmee winst behaald. Van die gemeentelijke onderdelen zal dan de fiscale winst moeten worden bepaald. De gemeente doet voor alle activiteiten die fiscaal als onderneming worden aangemerkt gezamenlijk één aangifte. Daardoor kunnen verliezen bij één onderneming worden gesaldeerd met winsten van andere ondernemingen. Indien geconsolideerd een winst wordt behaald dient maximaal 25% Vpb worden betaald. De gemeente Groningen heeft ter voorbereiding op de invoering haar Vpb activiteiten in beeld gebracht en heeft ondersteund door externe fiscale deskundigheid een inschatting gemaakt van de Vpb effecten. Op grond van deze inventarisaties hebben we onze aanvankelijke inschattingen van te betalen Vpb voor de grondexploitaties, het parkeerbedrijf, Stadsbeheer en overige gemeentelijke activiteiten nader aangescherpt.

 

De grootste verwachte gevolgen komen uit het parkeerbedrijf en van Meerstad. Voor het Parkeerbedrijf verwachten wij geen fiscale winst. Voor Meerstad wordt op termijn wel een fiscale winst verwacht. De juridische constructie van Meerstad (CV/BV) maakt dat Meerstad moet worden opgenomen in de aangifte VPB van de gemeente Groningen. 

Voor de aangifte over het boekjaar 2016 is uitstel aangevraagd. We verwachten als gemeente in totaliteit geen VPB te hoeven betalen in de eerst jaren. Het risico bestaat echter dat de Belastingdienst anders zal oordelen over de feiten. Het is derhalve wel van belang om dit risico te blijven volgen.

Risicobedrag 2018

nul

Kans 2018

 

Risicobedrag 2019

nul

Kans 2019

 

Risicobedrag 2020

nul

Kans 2020

 

Risicobedrag 2021

nul

Kans 2021

 

Structureel/Incidenteel

 

1e signaleringsmoment

 

Actie

De voorbereidingsfase is in 2016 afgerond. Net als voor de overige belastingen zijn de taken samenhangend met de Vpb-plicht overgenomen door de lijnorganisatie en onderdeel geworden van reguliere processen. Inmiddels zijn hiertoe onder andere de relevante systemen ingericht en zijn processen beschreven. Hiermee borgen we dat nieuwe activiteiten worden getoetst op mogelijke Vpb effecten.

Daarnaast hebben we samen met een externe fiscalist de consequenties voor de grondexploitaties en het parkeerbedrijf in beeld gebracht. Er hebben in 2016 gesprekken plaatsgevonden met de belastingdienst over de aanpak en gemaakte keuzes. We trachten hiermee een bepaalde mate van zekerheid te krijgen over het uiteindelijke effect van de invoering van de Vpb voor overheidsondernemingen.

In 2018 doen we (uitgesteld) aangifte Vpb over het boekjaar 2016. Dit is de eerste keer dat we als gemeente aangifte Vpb doen. Vpb is voor gemeenten nieuwe wetgeving en er wordt landelijk op onderdelen nog overleg gepleegd over de interpretatie van de wet. Hierdoor bestaat het risico dat gemaakte keuzes wellicht moeten worden herzien en de gevolgen voor de gemeente moeten worden bijgesteld.

 

Naam risico  

Niet halen bezuinigingen

Programma

Alle programma's

Omschrijving

Om het tekort in het meerjarenbeeld 2014-2021 op te lossen is bij de begrotingen tot en met 2017 een pakket aan bezuinigingsmaatregelen opgesteld van gemiddeld 20 miljoen euro. We moeten er rekening mee houden dat we niet alle voorgenomen bezuinigingen volledig en/of in het gewenste tempo realiseren. We hebben bij de rekening 2017 het risico van elke bezuinigingsmaatregel afzonderlijk beoordeeld. Het risico komt daarmee in 2018 op 4 miljoen euro, in 2019 op 5 miljoen euro en vanaf 2020 op 4 miljoen euro. De kans in totaal is 100% omdat de kans van optreden per maatregel is bepaald.  Dit is conform de werkwijze van de risicoboxenmethode.

Risicobedrag 2018

4 miljoen euro

Kans 2018

100%

Risicobedrag 2019

5 miljoen euro

Kans 2019

100%

Risicobedrag 2020

4 miljoen euro

Kans 2020

100%

Risicobedrag 2021

4 miljoen euro

Kans 2021

100%

Structureel/Incidenteel

Incidenteel

1e signaleringsmoment

Begroting 2014

Actie

We sturen actief op realisatie van de maatregelen.

 

Naam risico  

Financiering uitvoering wet BUIG

Programma 1

Werk en Inkomen

Omschrijving

In de begroting 2018 wordt een nadeel op de BUIG voorzien van 7,2 miljoen euro na de voorgenomen acties om het BUIG-tekort terug te dringen. Hiervoor is extra beleid 2018 beschikbaar gesteld. Bij de BUIG geldt dat relatief geringe afwijkingen in onder meer de hoogte van het aantal uitkeringen en de hoogte van de gemiddelde bijstandsuitkering in absolute bedragen tot substantiële afwijkingen kunnen leiden. Op grond van een inschatting van de kansen op de diverse mogelijke uitkomsten van het eigen risico op de BUIG schatten wij voor het jaar 2018 in dat rekening gehouden moet worden gehouden met een risico van 1,2 miljoen euro met een kans van 50% en met een risico van 5,1 miljoen euro vanaf 2019 met een kans van 75%.

Risicobedrag 2018

1,2 miljoen euro

Kans 2018

50%

Risicobedrag 2019

5,1 miljoen euro

Kans 2019

75%

Risicobedrag 2020

5,1 miljoen euro

Kans 2020

75%

Risicobedrag 2021

5,1 miljoen euro

Kans 2021

75%

Structureel/Incidenteel

Structureel

1e signaleringsmoment

VGR 2014-2 en Begroting 2015

Actie

Juni 2017 hebben wij de raad geïnformeerd over de voorgenomen maatregelen om het BUIG-tekort terug te dringen. Hiervoor investeren wij in 2018 eenmalig 945 duizend euro waar tegenover verwachte opbrengsten staat ter grootte van 920 duizend euro in 2018, 2,1 miljoen euro in 2019, 1,8 miljoen euro in 2020 en 1,5 miljoen euro in 2021.

Naam risico  

Risico loonstijgingen SW

Programma 1

Werk en Inkomen

Omschrijving

Op 22 december 2015 hebben de VNG en de bonden een onderhandelaarsakkoord bereikt over een nieuwe cao SW. De indexatie van de lonen wordt gekoppeld aan de indexatie van het wettelijk minimumloon. De afspraak is gemaakt dat, het kabinet in 2017 en 2018 de loon- en prijsontwikkeling doorgeeft aan de vakdepartementen. Deze compensatie wordt doorgegeven aan gemeenten ter dekking van de hogere loonkosten. Een loonsverhoging van 1% heeft een financieel effect van ongeveer 300 duizend euro. Voor de periode 2017-2018 is daarom het risico geschrapt. Na 2018 is de situatie onzeker.

Risicobedrag 2018

0

Kans 2018

0%

Risicobedrag 2019

300 duizend euro

Kans 2019

50%

Risicobedrag 2020

300 duizend euro

Kans 2020

50%

Risicobedrag 2021

300 duizend euro

Kans 2021

50%

Structureel/Incidenteel

Structureel

1e signaleringsmoment

2012

Actie

Berichtgeving Rijk afwachten

 

Naam risico  

Terugvordering BTW op re-ïntegratietrajecten

Programma 1

Werk en Inkomen

Omschrijving

De BTW op kosten voor re-integratietrajecten is vanaf de instelling van het BTW-compensatiefonds verrekend met de Belastingdienst. Naar aanleiding van een uitspraak van de rechtbank van 13 juli 2011 over het verrekenen van BTW op individuele re-integratieactiviteiten is sprake van een risico. In juni 2012 hebben wij informatie ontvangen dat de verrekening van btw wellicht voor een deel niet mogelijk is. Het niet verrekenbare deel zou mogelijk 2/3 deel uitmaken van het totaal.  Als uiteindelijk blijkt dat de BTW ten onrechte is verrekend met het BTW-compensatiefonds, kan dit betekenen dat een deel van de btw over de jaren 2012-2016 moeten worden terugbetaald. Het totaal verrekende bedrag over de genoemde periode bedraagt circa 2 miljoen euro.

 

In het land tekent zich het beeld af dat terugvordering waarschijnlijk niet aan de orde zal zijn omdat de belastingdienst daarvoor onvoldoende grond heeft. Dit wordt door de fiscalisten bevestigd. Wij streven ernaar om de afrekening met de belastingdienst in 2018 af te ronden, maar zijn daarbij afhankelijk van de snelheid waarmee de belastingdienst dit punt gaat oplossen. Het oorspronkelijke risicobedrag is verlaagd omdat bij afwikkeling in 2018 de jaren 2011 en 2012 verjaard zijn

 

In middels heeft de Rechtbank Den Haag in november 2017 geoordeeld dat de btw die drukt op de betreffende re-integratietrajecten wel volledig compensabel is. Volgens de rechtbank vormen de re-integratiekosten in beginsel geen kosten die betrekking hebben op individuele derden. Dat een re-integratietraject activiteiten bevat die gericht zijn op de uitkeringsgerechtigde maakt dat niet anders. Volgens de rechtbank kan een uitkeringsgerechtigde ook zonder re-integratie mogelijk baat hebben bij die activiteiten, zoals trajectbegeleiding, werknemersvaardigheden, nazorg en sociale activering, maar dat betekent niet dat de re-integratietrajecten niet zijn bestemd voor het eigen gebruik van de gemeente. De gemeente neemt de re-integratiediensten af met als doel de uitkeringsuitgaven te verlagen waarmee de collectiviteit van inwoners van de gemeente is gediend. De Belastingdienst heeft hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van Rechtbank Den Haag. Zolang de procedure loopt beschouwen we dit nog als risico.

Risicobedrag 2018

930 duizend euro

Kans 2018

25%

Risicobedrag 2019

0

Kans 2019

0%

Risicobedrag 2020

0

Kans 2020

0%

Risicobedrag 2021

0

Kans 2021

0%

Structureel/Incidenteel

Incidenteel

1e signaleringsmoment

 

Actie

Wij wachten het hoger beroep af wat de belastingdienst heeft ingesteld.

 

Naam risico  

BTW Beschermingsbewind

Programma 1

Werk en Inkomen

Omschrijving

Voor de uitvoering van beschermingsbewind aan klanten die geen recht hadden op een vergoeding uit de Bijzondere Bijstand, verwachten wij nog de BTW over de afgelopen vijf jaar te moeten afdragen. Het totaalbedrag aan nog af te dragen BTW is op grond van de in rekening gebrachte kosten bedraagt 260 duizend euro. Het is nog niet bekend welk deel van deze groep gebruikt heeft gemaakt van beschermingsbewind omdat zij in een schuldsituatie verkeerden en daarvoor tot de doelgroep van schuldhulpverlening behoorden. In dat geval hoeft namelijk geen BTW afdracht plaats te vinden. We hebben een inschatting gemaakt en komen op een risico bedrag van 100 duizend euro. De belastingdienst mag over een periode van maximaal 5 jaar verrekenen. We gaan ervan uit dat belastingdienst haar onderzoek in 2018 afrondt.

Risicobedrag 2018

100 duizend euro

Kans 2018

75%

Risicobedrag 2019

 

Kans 2019

 

Risicobedrag 2020

 

Kans 2020

 

Risicobedrag 2021

 

Kans 2021

 

Structureel/Incidenteel

Incidenteel

1e signaleringsmoment

Jaarrekening 2017

 

 

 

Naam risico  

Lening Euroborg

Programma 2

Economie en Werkgelegenheid

Omschrijving

De Euroborg NV heeft één huurder, waardoor het risico bestaat dat de Euroborg NV niet aan haar financiële verplichtingen kan voldoen richting de gemeente Groningen. De omvang van het risico is gebaseerd op de omvang van de lening van de gemeente aan Euroborg NV.

Risicobedrag 2018

7,23 miljoen euro

Kans 2018

25%

Risicobedrag 2019

6,95 miljoen euro

Kans 2019

25%

Risicobedrag 2020

6,65 miljoen euro

Kans 2020

25%

Risicobedrag 2021

6,34 miljoen euro

Kans 2021

25%

Structureel/Incidenteel

Incidenteel

1e signaleringsmoment

Jaarrekening 2006

Actie

Met het aflossen van de lening, loopt het risico jaarlijks terug. Als enig aandeelhouder van de Euroborg NV monitoren wij de NV. Daarnaast houden we toezicht op de financiële situatie bij de huurder van het stadion (FC Groningen). Hiertoe bespreken we twee keer per jaar de stand van zaken met de directie van FC Groningen.

 

Naam risico  

Uitleg- en binnenstedelijke ontwikkelingslocaties

Programma 2 en 8

Economie en werkgelegenheid en Wonen

Omschrijving

Om de risico's die voortvloeien uit de grondexploitaties in uitleg- en binnenstedelijke ontwikkelingslocaties te kwantificeren wordt de risicoboxenmethode gehanteerd. Het risico op een plantekort kan voortvloeien uit vertraging in het uitgiftetempo van gronden, uitgifte van gronden tegen lagere grondprijzen dan in de exploitatiebegroting is voorzien, aanbesteding van civieltechnische werken, vertraging in het tempo van realisering, etc.

De risico’s zijn met behulp van de risicoboxenmethode gekwantificeerd. De minimale omvang van de risico's die verband houden met grondexploitaties en nog in exploitatie te nemen gronden bedraagt in 2017 113,087 miljoen euro en in 2018 114,963 miljoen euro. Dit risico heeft betrekking op alle lopende grondexploitaties inclusief Meerstad. Het risico van de grondexploitatie Meerstad is hierin het grootste risico. Het risico Meerstad in 2018 is 77,0 miljoen euro, dit is 67% van het totaal. De omvang van het totale risico bij grondexploitaties is gedaald ten opzichte van de begroting 2018. In 2018 is het risico bijna 8 miljoen lager. Dit wordt veroorzaakt door wijzigingen in de grondexploitatie Meerstad als gevolg van de volledige doorrekening van de verlaging van de boekwaarde van 72 miljoen euro als gevolg van de overheveling van bovenwijkse voorzieningen naar de gemeente.

De uitkomst van de risicoboxensystematiek nemen we, conform de kadernota weerstandsvermogen, geheel mee in onze bepaling van het benodigde weerstandsvermogen, vandaar dat de kans op 100% wordt gesteld.

Risicobedrag 2018

114,963 miljoen euro

Kans 2018

100%

Risicobedrag 2019

115,668 miljoen euro

Kans 2019

100%

Risicobedrag 2020

114,916 miljoen euro

Kans 2020

100%

Risicobedrag 2021

112,712 miljoen euro

Kans 2021

100%

Structureel/Incidenteel

Incidenteel

1e signaleringsmoment

2004

Actie

De risicoboxenmethode is gebaseerd op het boxenmodel van de lopende grondexploitaties. Voor het bepalen van de noodzakelijke omvang van de egalisatiereserve zijn de in box III aangegeven risico’s van de lopende grondexploitatie relevant. Box III geeft inzicht in de risico’s van het project welke niet opgenomen zijn in de projectbegroting/grondexploitatie. De risico’s en het effect op het weerstandsvermogen van nieuwe (grote) projecten maken we afzonderlijk inzichtelijk.

 

Naam risico  

Verkoop panden voor dekking kapitaallasten VMBO Noordoost/West

Programma 3

Onderwijs

Omschrijving

De raad besloot op 29 september 2010 vijf percelen te verkopen en de opbrengst (geraamd op 6,1 miljoen euro) in te zetten voor de dekking van kapitaallasten van de nieuw gerealiseerde vmbo-scholen. Wij hebben in 2011 één van de percelen verkocht en één pand kreeg een voortgezet onderwijsgebruik. Het alsnog benutten van dit pand voor onderwijshuisvesting is gedaan om vanuit een breed perspectief de mogelijkheden optimaal te benutten en kosten te besparen. In 2015 is de Heinsiusstraat verkocht. Daarmee blijft alleen Travertijnstraat 12 nog over om te verkopen voor de dekking van dit risico.

 

De opbrengst van het pand aan de Travertijnstraat van 2,3 miljoen euro kan de komende jaren niet worden gerealiseerd, omdat dit pand voor een periode van 5 jaar wordt verhuurd aan stichting Backbone voor onder meer de huisvesting en begeleiding van jongeren. De huuropbrengst wordt gebruikt voor de instandhouding van het gebouw en de zakelijke lasten. De kapitaallasten zijn niet gedekt en de huuropbrengst levert de komende 5 jaar geen bijdrage aan de dekking van de kapitaallasten van de investering in de nieuwe vmbo-scholen. Deze optie is ontwikkeld voor het onderbrengen van het Backbone-initiatief en omdat de marktomstandigheden voor verkoop van het pand Travertijnstraat op dit moment minder gunstig zijn.

Risicobedrag 2018

129 duizend euro

Kans 2018

75%

Risicobedrag 2019

129 duizend euro

Kans 2019

75%

Risicobedrag 2020

129 duizend euro

Kans 2020

75%

Risicobedrag 2021

129 duizend euro

Kans 2021

75%

Structureel/Incidenteel

Structureel

1e signaleringsmoment

Augustus 2014

Actie

In 2015 hebben wij het gebouw aan de Canadalaan en in 2016 een gebouw aan de Helperwestsingel verkocht. Deze gebouwen stonden niet op de oorspronkelijke lijst van panden voor de dekking van vmbo-scholen. Na goedkeuring van de raad zijn deze verkoopopbrengsten gedoteerd aan de reserve VMBO. Na deze dotaties bedraagt de te realiseren verkoopopbrengst nog 2,1 miljoen euro hetgeen een resterend risico van 129 duizend euro structureel vanwege de jaarlijkse kapitaallasten betekent.

 

Zoals eerder aan de raad gemeld willen we ook in de toekomst opbrengsten uit verkoop van onderwijspanden aan de raad voorleggen als dekking van dit risico. Daarmee willen wij dit risico verkleinen dan wel weg werken.

Het gebouw aan de Travertijnstraat 12 is in gebruik gegeven aan Backbone tot 2020. Dat betekent dat een deel van het risico blijft bestaan tot Travertijnstraat 12 is verkocht. Dekking van de kapitaallasten wordt momenteel gevonden binnen het budget onderwijshuisvesting. Dat kan alleen zolang er nog reserve is. De reserve staat wel onder druk.

Naam risico  

Risico's sociaal domein

Programma 4

Welzijn, gezondheidszorg en Vernieuwing sociaal domein

Omschrijving

Wij hebben omvangrijke bezuinigingen op de zorgkosten ingeboekt als gevolg van de decentralisaties die in 2015 naar de gemeente zijn overgekomen. In het Beleidsplan en het Uitvoeringsplan Vernieuwing Sociaal Domein hebben we de richting aangegeven hoe we deze Rijks-bezuinigingen structureel willen opvangen. Wij hebben daarbij nog steeds te maken met onzekerheden, omdat zorgaanbieders in een ontwikkel/groeifase van dit veranderende sociaal domein zitten en wijzelf ook nog deels in opbouw zijn om optimaal uitvoering te geven aan deze extra taken. Denk daarbij aan verzelfstandiging van de Wij, het inrichten van een goede monitor voor het sociaal domein en de opzet van het GON. Op grond van gegevens over werkelijk verleende zorg door zorgaanbieders en de daarbij behorende kosten passen wij onze prognoses over de kosten regelmatig aan.

 

Het risico sociaal domein is herijkt. We onderscheiden deze nu in een risico op zorggebruik WMO ZIN 18+, een risico op de transformatie van dure naar goedkopere zorg en een risico op hogere kosten jeugdzorg. Voorheen was er ook een risico huisvesting van de WIJ-teams. Die laatste kon vervallen gezien de stabilisatie van de huisvestingssituatie.

 

Het risico op zorggebruik houdt in dat onzeker is hoeveel mensen zorg nodig hebben. Dat aantal kan toenemen en het type zorg dat nodig is kan intensiever zijn. Ook kunnen nieuwe aanbestedingen extra kosten met zich meebrengen. Ten slotte is onzeker in hoeverre afgegeven indicaties daadwerkelijk worden besteed. Bij de inschatting van dit risico houden we rekening met ontwikkeling van de zorgkosten. Het risico op transformatie houdt in dat het onzeker is dat de geraamde besparing van dure naar goedkopere zorg daadwerkelijk gerealiseerd wordt.  De getroffen maatregelen om deze transformatie te realiseren betreffen investeringen in innovatie en de daarbij ingeboekte bezuinigingen. Of en in welke mate deze maatregelen het beoogde transformatie-effect opleveren hebben we in onderzoek. Ten slotte is een risico op kosten jeugdzorg meegenomen. Deze is gebaseerd op de scenario's die de RIGG heeft opgesteld.

 

De risicobedragen van de genoemde onderdelen (zorggebruik, transformatie en huisvesting WIJ) zijn tot stand gekomen door voor verschillende bandbreedtes te bepalen wat de kans is dat het risico binnen de betreffende bandbreedte valt. Omdat daarbij al rekening wordt gehouden met de kans dat het risico binnen bepaalde bandbreedtes valt, wordt de uitkomst volledig meegenomen bij het bepalen van het benodigd weerstandsvermogen. Uiteraard wordt daarbij rekening gehouden met de in begroting 2018 opgenomen hogere budgetten.Het totale structurele risico VSD komt daarmee voor 2018 op 5,7 miljoen euro (kans * effect). Dat is iets minder dan in de jaarschijf 2017.Daarna loopt het risico iets verder op. Het meerjarig beeld kent geen grote afwijkingen ten opzichte van de begroting 2018.

Risicobedrag 2018

5,7 miljoen euro

Kans 2018

100%

Risicobedrag 2019

6,4miljoen euro

Kans 2019

100%

Risicobedrag 2020

6,8 miljoen euro

Kans 2020

100%

Risicobedrag 2021

7,0 miljoen euro

Kans 2021

100%

Structureel/Incidenteel

Structureel

1e signaleringsmoment

Maart 2014

Actie

Wij nemen maatregelen om te zorgen dat de zorgkosten verder in control komen. Hierbij leggen we nadrukkelijk een koppeling tussen beleid, uitvoering en geld. Hierbij is de verdere ontwikkeling van de informatievoorziening van groot belang. We willen de ontwikkeling van het zorgverbruik, de substitutie van de verschillende sporen en de effecten van interventies beter in beeld krijgen. In het tweede kwartaal van 2018 zullen de eerste resultaten tot stand komen. 

 

Naam risico  

MFA de Wijert

Programma 4

Welzijn, gezondheidszorg en Vernieuwing sociaal domein

Omschrijving

Voor de ontwikkeling van MFA DE Wijert (scholen, sporthallen, bijzondere objecten als het Groninger forum) hebben wij een bedrag van € 355.000 als benodigd weerstandsvermogen berekend. Het risico bestaat uit het niet of later realiseren van de verkoopopbrengsten die als dekking voor de investering wordt gevormd en het risico dat we een lagere bijdrage van derden realiseren. De vorming van benodigd weerstandsvermogen doen wij uit voorzichtigheid, de omvang van het budget is  namelijk taakstellend. De risico’s worden primair binnen de post onvoorzien van het project opgelost. De structurele risico’s die samenhangen met de exploitatie van de MFA worden gedekt binnen de jaarlijkse begroting van het VGB.

Risicobedrag 2018

355 duizend euro

Kans 2018

100%

Risicobedrag 2019

355 duizend euro

Kans 2019

100%

Risicobedrag 2020

355 duizend euro

Kans 2020

100%

Risicobedrag 2021

355 duizend euro

Kans 2021

100%

Structureel/Incidenteel

Incidenteel

1e signaleringsmoment

Rekening 2017

Actie

 

 

Naam risico  

Bedrijfsrisico Sport050

Programma 5

Sport en bewegen

Programma

Sport en bewegen

Omschrijving

Sport050 kent een afhankelijkheid van de economische conjunctuur en het weer. Wij houden rekening met een specifiek bedrijfsrisico ter hoogte van circa 10% van de tarief-gerelateerde omzet. Die verwachte omzet 2018 is circa 5,7 miljoen euro.

Risicobedrag 2018

570 duizend euro

Kans 2018

25%

Risicobedrag 2019

570 duizend euro

Kans 2019

25%

Risicobedrag 2020

570 duizend euro

Kans 2020

25%

Risicobedrag 2021

570 duizend euro

Kans 2021

25%

Structureel/Incidenteel

Structureel

1e signaleringsmoment

 

Actie

Het blijvend stimuleren van het gebruik van de voorzieningen.

 

Naam risico  

Wijziging in BTW-regelgeving en sport: herziening oude investeringen.

Programma 5

Sport en bewegen

Omschrijving

Het Rijk is van plan het Sportbesluit af te schaffen per 2019. Daardoor bestaat er een kans op herziening van de btw op oude investeringen. Voor wat betreft deze oude investeringen lopen we een incidenteel risico van geschat 1,5 miljoen euro in verband met de daarmee gemoeide btw. Het lijkt er op dat er geen herziening komt op (oude) investeringen. En als er een herziening komt is ook niet bekend hoe deze er uit gaat zien. Het bedrag van 1,5 miljoen is gebaseerd op een oude berekening. We kiezen er voor deze nu niet te herijken vanwege de verwachting dat de kans van voordoen gering is. Er is immers steeds aangegeven dat het kabinet met het vervallen van het sportbesluit geen bezuiniging beoogt, maar een aanpassing naar Europese regels. De verwachting is daarom dat voor de wijziging van de sportvrijstelling een overgangsregeling komt voor bestaande situaties zodat geen herzienings-btw hoeft te worden terugbetaald. Echter dat is nog lang niet zeker. Bovendien bestaat de kans dat er wordt gekeken of gemeenten niet vooraf aan de aanpassing per 2019 extra hebben geïnvesteerd om nog een btw-voordeel te behalen. In dat geval zou het sportcentrum Europapark in beeld komen. Daarom moeten we toch rekening houden met dit risico.

Omdat het Rijk nog een wetsvoorstel moet indienen kan het risico zich op zijn vroegst voordoen vanaf 2019. De risicoparagraaf zal, als de overgangsregeling bekend is, moeten worden gewijzigd. Het is de verwachting dat dat voor de begroting 2019 helder is.

Risicobedrag 2018

0

Kans 2018

 

Risicobedrag 2019

1,5 miljoen euro

Kans 2019

25%

Risicobedrag 2020

1,5 miljoen euro

Kans 2020

25%

Risicobedrag 2021

1,5 miljoen euro

Kans 2021

25%

Structureel/Incidenteel

1,5 miljoen euro incidenteel

1e signaleringsmoment

2014 VGR 2 en Begroting 2015

Actie

We hebben de financiële gevolgen aangeleverd bij het VNG. We volgen de ontwikkelingen op rijksniveau.

 

Naam risico  

Gelijk Speelveld afboeking kleedkamers en clubgebouwen

Programma 5

Sport en bewegen

Omschrijving

Bij de uitvoering van het Gelijk speelveld dient een aantal gebouwen te worden afgewaardeerd naar 0 vanwege de gewijzigde eigendomssituatie (om niet verkrijging vereniging recht van opstal). De gesprekken met de verenigingen over de overdracht lopen nog.

Risicobedrag 2018

600.000

Kans 2018

75%

Risicobedrag 2019

 

Kans 2019

 

Risicobedrag 2020

 

Kans 2020

 

Risicobedrag 2021

 

Kans 2021

 

Structureel/Incidenteel

 

1e signaleringsmoment

 

Actie

 

 

Naam risico  

Exploitatie Groninger Forum

Programma

Cultuur

Omschrijving

Het Forum opent in 2019. Op dit moment bedraagt het berekende structurele tekort op de begroting vanaf 2020 van het Forum 829 duizend euro. Daarnaast is er nog sprake van incidentele frictiekosten van in totaal 1,1 miljoen euro vanaf 2020 t/m 2024. Het risico in 2020 bedraagt 1 miljoen euro en in 2021 2 miljoen euro. Het totale risico in 2024 is 4 miljoen euro. In het risico houden we ook rekening met het bedrag van 145 duizend euro dat het Forum zelf in de exploitatie moet oplossen. 

Risicobedrag 2018

 

Kans 2018

 

Risicobedrag 2019

 

Kans 2019

 

Risicobedrag 2020

1 miljoen euro

Kans 2020

75%

Risicobedrag 2021

2 miljoen euro

Kans 2021

75%

Structureel/Incidenteel

Incidenteel

1e signaleringsmoment

Rekening 2014

Actie

Samen met het Groninger Forum worden de ontwikkelingen in de exploitatie gevolgd.

 

 

Naam risico  

Parkeerbedrijf

Programma 7

Verkeer

Omschrijving- hoger risico kosten en opbrengsten +/+ 0,2 miljoen euro

 

In de meerjarenprognose 2012 is een eerste aanzet gegeven voor een gevoeligheidsanalyse om inzicht te krijgen in de omvang van de risico’s en het benodigde weerstandsvermogen. Door de toename van de omvang van de vastgoedportefeuille (vooral parkeergarages) nemen de risico’s ook navenant toe. Voor het bepalen van het risico van het parkeerbedrijf wordt een risicoanalyse uitgevoerd voor de onderdelen: rente, opbrengsten en kosten, ov-bijdrage, bezettingsgraad parkeergarages en straatparkeren. Op basis van de meerjarenprognose 2017 is het incidentele risico gekwantificeerd op 2,86 miljoen euro voor de periode 2018-2021. Rekening houdend met de kans van optreden vraagt dit een weerstandsvermogen van 2,57 miljoen euro voor de periode tot en met 2021.Voor de gehele looptijd (doorgerekend tot en met 2027) bedraagt het risicobedrag circa 10,0 miljoen euro (2016 12,1 miljoen euro over de periode tot en met 2026). Rekening houdend met de kans van optreden komt dit neer op een benodigd weerstandsvermogen van 9 miljoen euro. De afname van 2,1 miljoen euro wordt verklaard door:

  • Lagere ROP -/- 0,2 miljoen euro.
  • Hoger risico kosten en opbrengsten +/+ 0,2 miljoen euro
  • Lager risico Damsterdiep -/- 2,3 miljoen euro
  • Hoger risico euroborg en forum +/+ 0,3 miljoen euro
  • Lager risico boterdiep -/-0,5 miljoen euro
  • Hoger risico bij de naheffingen straatparkeren +/+ 0,4 miljoen euro.

Risicobedrag 2018

2,85 miljoen euro

Kans 2018

100%

Risicobedrag 2019

3,66 miljoen euro

Kans 2019

100%

Risicobedrag 2020

4,25 miljoen euro

Kans 2020

100%

Risicobedrag 2021

4,76 miljoen euro

Kans 2021

100%

Structureel/Incidenteel

Incidenteel

1e signaleringsmoment

Al jaren in P&C-documenten

Actie

Wij zullen jaarlijks het benodigde weerstandsvermogen opnieuw berekenen.

 

Naam risico  

Project Zernikelaan

Programma 7

Verkeer

Omschrijving

Risico's bij verkeer- en vervoersprojecten hebben voornamelijk betrekking op de hoogte van de investeringskosten. Vooraf worden deze risico's zover mogelijk teruggebracht en beheerst door voor de start van uitvoering zoveel mogelijk uitgewerkte ontwerpen en kostenramingen beschikbaar te hebben.                                                                                                                        
Bij de grote verkeersprojecten (= investering meer dan 5 miljoen euro) bepalen we het risico op 10% van de investeringskosten. Daarbij beoordelen we de mogelijkheid om bij te sturen in het project (beheersmaatregelen). Op projectniveau kunnen dat bijvoorbeeld zijn: het werken met een plafondprijs in de aanbesteding, het rekening houden met een percentage onvoorzien in de kostenraming of het in beeld brengen van besparingsmogelijkheden.
Risico's die niet binnen de beschikbare middelen van het project kunnen worden opgelost, worden meegenomen in het benodigde weerstandsvermogen voor verkeersprojecten.
Voor projecten die voortvloeien uit de Netwerkanalyse 2013 (totale omvang gemeentelijke middelen 20 miljoen euro,) is besloten dat voor- en nadelen mogen worden verrekend binnen het totale programma (gesloten financiering). Financiële tegenvallers kunnen dus binnen het totaal beschikbare budget worden opgevangen. Dit kan effect hebben op de projecten die uitgevoerd kunnen worden, maar voor het geheel geldt dat geen sprake is van een financieel risico voor de gemeente Groningen.
Voor het project Zernikelaan ramen we het risico op 10% van het gemeentelijk aandeel in de totale financiering (RUG en Hanzehogeschool nemen ook een deel van de kosten voor hun rekening en een deel van de dekking komt uit de middelen voor de Netwerkanalyse). De risico’s worden gelijk verdeeld over gemeente, RUG en Hanzehogeschool.
Dat betekent dat over een bedrag van € 4,37 miljoen een risicoberekening plaatsvindt. Het risico komt daarmee op € 437.000. De kans van optreden komt op 50%. Risico blijft constant gedurende de komende jaren. Project wordt naar verwachting in 2021 opgeleverd, dus risico kan dan theoretisch vervallen in 2022.

Risicobedrag 2018

437 duizend euro

Kans 2018

50%

Risicobedrag 2019

437 duizend euro

Kans 2019

50%

Risicobedrag 2020

437 duizend euro

Kans 2020

50%

Risicobedrag 2021

437 duizend euro

Kans 2021

50%

Structureel/Incidenteel

Incidenteel

1e signaleringsmoment

Rekening 2017

Actie

 

 

Naam risico  

Gemeentelijk aandeel risicoproject Warmtenet BV/Geothermie

Programma 8

Wonen

Omschrijving

WarmteStad heeft op dit moment twee soorten activiteiten.

• Het ontwikkelen en exploiteren van het warmtenet Noordwest (waarvan de bedoeling was deze te voeden met warmte uit een geothermisch doublet op Zernike).

• Het ontwikkelen en exploiteren van collectieve Warmte en Koude-opslagsystemen in Europapark, Ebbingekwartier en Grunobuurt.

 

Warmtenet Noordwest
WarmteStad heeft structureel aandacht gehad voor het identificeren, beheersen en financieel vertalen van risico's. Zo zijn veel risico's geminimaliseerd, gepasseerd en beheerst. Voor de resterende risico’s is het weerstand vermogen versterkt. Met het raadsbesluit ‘Investering geothermie en warmtenet Noordwest’ op 8 juni 2016 is het weerstandsvermogen versterkt met 1,3 miljoen euro. De dekking vond voor 1 miljoen euro plaats uit de in de begroting 2016 beschikbaar gestelde extra beleidsmiddelen en voor 0,3 miljoen euro uit het programma Groningen geeft Energie, jaarschijf 2016. Dit is 14% van de geïnvesteerde 7 miljoen euro. Destijds is beoordeel of dit bedrag afdoende is. Met het raadsbesluit ‘Vervolgfinanciering WarmteStad’ is op 31 mei 2017 ingestemd met het verzoek van WarmteStad voor een overbruggingskrediet van 3,058 miljoen euro voor Geothermie. Daarbij is het benodigde weerstandsvermogen ten behoeve van dit overbruggingskrediet op 566 duizend euro vastgesteld. Het risicoprofiel komt overeen met het risico geothermie in juni 2016.

Nieuwe realiteit voor Noordwest is dat op 29 november 2017 door de gemeenteraad en de RvC van het Waterbedrijf Groningen, is besloten om geothermie als warmtebron niet verder te laten ontwikkelen. Het besluit de bron niet meer te ontwikkelen impliceert daarmee dat alle investeringen in planvorming en voorbereiding van realisatie moeten worden afgeboekt. De omvang van de afboeking is 6 miljoen, waarvan 3 miljoen euro ten laste komt van de gemeente Groningen.

 

WKO-programma
Op 19 februari 2015 is met het raadsbesluit Deelneming WarmteStad Holding BV 750.000 euro rekening-courant ter beschikking gesteld ten behoeve van WKO Europapark aan de warmteonderneming WarmteStad in oprichting. Daarvoor is destijds een bestemmingsreserve ingesteld ter grootte van 57 duizend euro voor het risico van een rekening courantverhouding met WarmteStad BV en deze te voeden uit het programma Groningen geeft Energie. Dit is 8% van de uitstaande lening.

Met het opstellen het financieel meerjarenplan (FMJP) is duidelijk geworden welke financieringsbehoefte van Warmtestad de komende jaren heeft om haar WKO verder te laten groeien. De gemeente is voornemens tot en met 2021 3,875 miljoen euro aan investeringen/financieringen te doen in haar WKO-programma. Conform raadsbesluit is 2 miljoen in 2017 ter beschikking gesteld aan WarmteStad. Het WKO-programma draait op een bewezen techniek en al bestaande bronnen is het benodigde weerstandsvermogen voor deze eerste 2 miljoen ten behoeve van het FMJP op 160 duizend euro vastgesteld. Risico is 8% van de lening

 

Huidige situatie

WarmteStad heeft al klanten en het WKO-programma gaat verder. WarmteStad gaat een tijdelijk warmte opwek realiseren voor de al gecontracteerde klanten van warmtenet Noordwest voor 2,3 miljoen euro. En voor het Warmtenet Noordwest wordt nu een alternatieve duurzame warmtebron ontwikkeld inclusief een nieuwe business case. In 2018 is de laatste agio aan Noordwest volledig voldaan. Met de onzekerheid over de nieuwe warmtebron en de nieuwe business case zal met de provincie gesproken moeten worden over hun bijdrage.

Op 13 februari 2018 is besloten om WarmteStad voor 2018 een lening verstrekken van 1,3 miljoen euro om de periode tot de nieuwe business case voor Noordwest te overbruggen. Dit overbruggingskrediet betekent een toevoeging aan het gemeentelijk weerstandsvermogen. Het risicoprofiel is daarbij gesteld op 8% van het uitgeleende bedrag.

Risicobedrag 2018

884 duizend euro

Kans 2018

100%

Risicobedrag 2019

884 duizend euro

Kans 2019

100%

Risicobedrag 2020

884 duizend euro

Kans 2020

100%

Risicobedrag 2021

884 duizend euro

Kans 2021

100%

Structureel/Incidenteel

Incidenteel

1e signaleringsmoment

Begroting 2017

Actie

We monitoren voortdurend de stand van zaken

 

Naam risico  

Bezwaarprocedures bouwleges

Programma 8

Wonen

Omschrijving

Er loopt op dit moment nog 1 procedure over de hoogte van de bouwleges. Het totale risico is gekwantificeerd op 414.000. De kans is geschat 50%. Rekening houdend met de kans op voordoen komen wij op een benodigd weerstandsvermogen van 207 duizend euro.

Risicobedrag 2018

 

Kans 2018

 

Risicobedrag 2019

414 duizend euro

Kans 2019

50%

Risicobedrag 2020

 

Kans 2020

 

Risicobedrag 2021

 

Kans 2021

 

Structureel/Incidenteel

Incidenteel

1e signaleringsmoment

Jaarrekening 2008

Actie

Inzet stadsadvocaat t.b.v. verweer in procedures

 

Naam risico  

Aanpak spoedlocaties en overige risico's bodemsanering

Programma 9

Onderhoud en beheer openbare ruimte

Omschrijving

In het convenant ‘bodemontwikkelingsbeleid en spoedlocaties’ is afgesproken dat in 2015 alle bodemverontreinigingen die een risico voor de mens vormen (humane spoedlocaties) gesaneerd of beheerst zijn. Daarnaast is afgesproken dat de bodemverontreinigingen die onaanvaardbare risico’s bevatten voor het ecosysteem en/of bijdragen aan de verspreiding van de verontreiniging (de overige spoedlocaties), ook zoveel mogelijk gesaneerd of beheerst zijn. Nagenoeg alle locaties zijn in 2015 beheerst of gesaneerd.

Daarnaast kunnen zich, los van de spoedlocaties, nieuwe situaties aandienen waarbij sprake is van risico's (schadeclaims, saneringen en randvoorwaarden bodem). Er wordt een risicobedrag van 2,2 miljoen euro gehanteerd. Voor de kosten van bodemsaneringen, het afdekken van mogelijke schadeclaims en onvoorziene zaken is de bestemmingsreserve bodemsanering beschikbaar.

Risicobedrag 2018

2,2 miljoen euro

Kans 2018

75%

Risicobedrag 2019

2,2 miljoen euro

Kans 2019

75%

Risicobedrag 2020

2,2 miljoen euro

Kans 2020

75%

Risicobedrag 2021

2,2 miljoen euro

Kans 2021

75%

Structureel/Incidenteel

Incidenteel

1e signaleringsmoment

2001

Actie

We monitoren voortdurend de stand van zaken

 

 

Naam risico  

Gemeentefonds

Programma 13

Algemene inkomsten en post onvoorzien

Omschrijving

De hoogte van de algemene uitkering wordt bepaald door de omvang en verdeling van het gemeentefonds. De omvang is gekoppeld aan de groei van de rijksbegroting. De huidige raming van de hoogte van de algemene uitkering is gebaseerd op de decembercirculaire 2017.

 

Vanaf 2015 is landelijk circa 10 miljard euro toegevoegd aan het gemeentefonds voor uitvoering van de decentralisaties in het sociaal domein. De omvang van het gemeentefonds stijgt hierdoor landelijk tot circa 28 miljard euro in 2017. Het gemeentefonds is hierdoor de vierde grootste uitgavenpost op de rijksbegroting. Groningen ontvangt voor de uitvoering van de decentralisaties 177,5 miljoen euro in 2017 (stand decembercirculaire 2017).

In het Regeerakkoord 2017-2021 is opgenomen dat het integreerbare deel van de integratie uitkering Sociaal domein met ingang van 2019 opgaat in de algemene uitkering en daarmee deel uitmaakt van de normeringssystematiek ('trap op, trap af'). Momenteel wordt in overleg met de VNG verdere (technische) uitwerking gegeven aan de overheveling. Meer informatie hierover volgt uiterlijk in de meicirculaire 2018.

 

Momenteel wordt gewerkt aan een herziening van de financiële verhoudingen. De laatste herziening van de financiële verhoudingen stamt uit 1997. Sindsdien is er veel veranderd in de opgaven voor gemeenten. Bijvoorbeeld de decentralisaties in het sociale domein en de toenemende regionale samenwerking op tal van terreinen. Juni 2017 is een rapport verschenen (‘Rekening houden met het verschil’) van de stuurgroep die de opdracht heeft gekregen om een probleemanalyse te maken van de toekomstbestendigheid van het stelsel van financiële verhoudingen tussen Rijk en gemeenten en mogelijke oplossingsrichtingen te verkennen. In dit rapport staan aanbevelingen die nader uitgewerkt dienen te worden. Een herziening van de financiële verhoudingen vraagt om een goed uitwerkingsproces en een zorgvuldige implementatie die enkele jaren zal duren. Een aanpassing zal waarschijnlijk leiden tot herverdeeleffecten tussen gemeenten. Om gemeenten de gelegenheid te geven zich hierop aan te passen zal een transitieperiode worden afgesproken. Eventuele financiële gevolgen voor gemeenten zijn op dit moment nog niet bekend.

 

Het BTW-compensatiefonds (BCF) is in stand gebleven. Aan de omvang van dit fonds is een plafond gekoppeld. Overschotten of tekorten op het fonds worden verrekend met de algemene uitkering in het gemeentefonds. Tot dusver werd er in de meerjarenraming uitgegaan van een jaarlijks oplopende onderuitputting op het BCF en deze onderuitputting is meerjarig verwerkt in de raming van de algemene uitkering.  In de meicirculaire 2018 is een nieuwe werkwijze geïntroduceerd hoe wordt omgegaan met de ruimte dan wel het tekort op het BCF vanaf 2018. Eerder heeft de VNG al aangegeven dat deze verwachte onderuitputting niet realistisch meer is gezien de toename van het aantal investeringen door gemeenten. In de meicirculaire 2018 wordt een gewijzigde systematiek doorgevoerd waarbij jaarlijks alleen de voorlopige afrekening van het huidige jaar in de algemene uitkering wordt verwerkt. Dit gebeurt jaarlijks bij de septembercirculaire. Dit leidt ertoe dat de meerjarige onderuitputting wordt verwijderd uit de meerjarenraming van de algemene uitkering.

Risicobedrag 2018

We hanteren het uitgangspunt dat specifieke kortingen (en uitzettingen) vanuit het rijk één op één met de sector worden verrekend. Voor het overige hanteren we een maximale omvang van het risico van 5% van de ingeschatte algemene uitkering. Het risico bedraagt maximaal 22,7 miljoen euro (naar boven of naar beneden), waarbij de kans op een voordeel even groot is als de kans op een nadeel.

Kans 2018

We gaan ervan uit dat de kans op een voordeel even groot is als de kans op een nadeel, hierdoor reserveren we hiervoor geen specifiek weerstandsvermogen.

Risicobedrag 2019

 

Kans 2019

 

Risicobedrag 2020

 

Kans 2020

 

Risicobedrag 2021

 

Kans 2021

 

Structureel/Incidenteel

 

1e signaleringsmoment

1995

Actie

Forse afwijkingen worden zoveel mogelijk voorkomen en verkleind door het realistisch en stabiel ramen van de uitkeringen.

 

Naam risico  

Renterisico

Programma 13

Algemene inkomsten en post onvoorzien

Omschrijving

De renteveronderstellingen voor de begroting zijn gebaseerd op de in het voorjaar bij het meerjarenbeeld verwachte ontwikkeling van de rente. De werkelijke renteontwikkeling kan hoger of lager uitvallen. Een beperkte afwijking zal zich zeker voordoen. Mutaties in de rente hebben gevolgen voor het resultaat. Het risico op een netto voordelig resultaat is even groot als het risico op een netto nadelig resultaat.

Risicobedrag 2018

nul

Kans 2018

 

Risicobedrag 2019

nul

Kans 2019

 

Risicobedrag 2020

nul

Kans 2020

 

Risicobedrag 2021

nul

Kans 2021

 

Structureel/Incidenteel

Incidenteel

1e signaleringsmoment

Doorlopend

Actie

De rente egalisatiereserve is per 2018 opgeheven. De renteresultaten worden jaarlijks toegelicht en inzichtelijk gemaakt in de rekening. 

 

Naam risico  

Verzekeringen

Programma 14

Algemene ondersteuning

Omschrijving

Binnen de Gemeente Groningen zijn er een aantal risico's welke niet afgedekt zijn door verzekeringen. De kans op het zich voordoen van deze risico's is dermate klein maar de impact ervan kan groot zijn. De risico's welke hieronder vallen zijn fraude/berovingsrisico, milieuschade, cybercrime, motorrijtuigen, computer en glas.

Risicobedrag 2018

pm

Kans 2018

 

Risicobedrag 2019

pm

Kans 2019

 

Risicobedrag 2020

pm

Kans 2020

 

Risicobedrag 2021

pm

Kans 2021

 

Structureel/Incidenteel

 

1e signaleringsmoment

Begroting 2018

Actie

Door het nemen van interne beheersingsmaatregelen worden de risico's beperkt.