Jaarverslag 2017

Berekening weerstandsvermogen

Definitie weerstandsvermogen

Het weerstandsvermogen is een maatstaf voor de mate waarin een gemeente in staat is de nadelige gevolgen van risico’s op te vangen. Het gaat hierbij om tegenvallers van enige omvang, tegenvallers die – als er geen weerstandsvermogen zou zijn – de continuïteit in de uitvoering van taken in gevaar kunnen brengen. In hoeverre een gemeente in staat is om financiële tegenvallers op te vangen hangt af van:

  • De risico’s die de gemeente loopt, deze bepalen het benodigde weerstandsvermogen
  • De middelen die de gemeente vrij kan maken om risico’s op te vangen, deze bepalen het beschikbare weerstandsvermogen.

 

De term weerstandsvermogen verwijst naar geld: enerzijds hoeveel geld nodig is (het benodigde weerstandsvermogen) en anderzijds hoeveel geld beschikbaar is (het beschikbare weerstandsvermogen). Er zijn geen wettelijke normen voor de hoogte van het benodigde weerstandsvermogen.

 

Berekening weerstandsvermogen

Het benodigde weerstandsvermogen kan worden afgezet tegen het beschikbare weerstandsvermogen. Dit drukken we uit in een ratio.

 

Ratio weerstandsvermogen =

Beschikbare weerstandsvermogen

Benodigde weerstandsvermogen

 

Om het weerstandsvermogen te kunnen beoordelen dient te worden vastgesteld welke ratio de gemeente Groningen nastreeft. Hiertoe wordt gebruik gemaakt van onderstaande waarderingstabel.

Waarderingscijfer

Ratio weerstandsvermogen

Betekenis

A

> 2,0

Uitstekend

B

1,4 < x < 2,0

Ruim voldoende

C

1,0 < x < 1,4

Voldoende

D

0,8 < x < 1,0

Matig

E

0,6 < x < 0,8

Onvoldoende

F

< 0,6

Ruim onvoldoende

 

Uitgangspunten ratio weerstandsvermogen

Twee keer per jaar, bij rekening en begroting, beoordelen we het niveau van het weerstandsvermogen. In het coalitieakkoord hebben we gezegd dat we op korte termijn een ratio van 0,8 willen realiseren en op langere termijn streven naar een ratio van 1,0.

Inmiddels hebben we een ratio van 1,0 bereikt. Voor de komende periode hanteren we daarom een ratio van 1,0 als ondergrens. Indien het noodzakelijk is een beroep op het beschikbaar weerstandsvermogen te doen, en de ratio onder de 1,0 komt, nemen we maatregelen om de ratio zo snel mogelijk weer op de 1,0 te krijgen.

 

Weerstandsvermogen 

rekening

 2017

begroting

2018

Benodigde weerstandsvermogen (A)

126.899

135.111

Beschikbare weerstandsvermogen (B)

137.107

145.219

Ratio weerstandsvermogen

108%

107%

Weerstandsvermogen A - B 

10.208

10.108

Benodigde aanvulling wsv tot 0,8

0

0

 

Op basis van de actuele inschatting van de risico’s en reserves in het weerstandsvermogen in deze rekening komt het weerstandsvermogen uit op een ratio van 108%. Dit is 1% hoger dan de ratio in de begroting 2018. De risico’s zijn ten opzichte van de begroting 2018 verlaagd met 8,2 miljoen euro. De belangrijkste veranderingen worden toegelicht bij het onderdeel benodigd weerstandsvermogen. Omdat het beschikbare weerstandsvermogen in de rekening 2017 ten opzichte van de begroting 2018 daalt met 8,1 miljoen euro stijgt de ratio met 1%. De verlaging van het beschikbare weerstandsvermogen wordt toegelicht in het onderdeel beschikbare weerstandsvermogen.

 

Bij het bepalen van het weerstandsvermogen houden we rekening met lopende projecten, waar de raad een besluit over heeft genomen en waar een uitvoeringskrediet voor is vastgesteld. Achterliggende gedachte is dat we bij nieuwe projecten risico’s kunnen vermijden door het project niet uit te voeren.

In de paragraaf weerstandsvermogen anticiperen we op het effect van nieuwe (grote) projecten op het weerstandsvermogen.

 

Voor het project Zuidelijke Ringweg is geen risico in het weerstandsvermogen opgenomen.

Het uitgangspunt bij de uitvoering van het project is dat het budget taakstellend is. Eventuele meerkosten moeten dus in eerste instantie worden opgevangen binnen het beschikbare budget.

 

Voor de aardbevingen hebben we geen risico opgenomen. In een bestuursakkoord is afgesproken dat de gevolgen van de aansprakelijkheid van de provincie, gemeenten of derde partijen zoals woningcorporaties en schoolbesturen niet voor hun rekening en risico kunnen komen indien aardbeving-gerelateerd en onverlet latend de normale zorgplicht van deze partijen.

 

De komende jaren is sprake van een grote stedelijke investeringsopgave. In het raadsvoorstel over het kader stedelijk investeringsfonds staat dat het de komende jaren (2019-2022) gaat om een investeringsbedrag van ruim 200 miljoen euro. Dit zal ook effect hebben op het risico en dus het benodigde weerstandsvermogen. Voor grote infrastructurele projecten wordt het risico bepaald op 10% van de investeringsomvang. Als we dit als indicatie gebruiken zal het risico de komende jaren met 20 miljoen euro toenemen.