Financiële kengetallen
Een deugdelijke en transparante rekening is in het belang van een goede controle door de raad op de financiële positie van onze gemeente. Kengetallen zijn getallen die de verhouding uitdrukken tussen bepaalde onderdelen van de rekening of de balans en kunnen helpen bij de beoordeling van de (ontwikkeling van de) financiële positie.
We hebben het kengetal grondexploitaties exclusief en inclusief Meerstad opgenomen.
Verloop van de kengetallen
Rekening 2017 | Verloop van de kengetallen |
|
|
|
| ||
---|---|---|---|---|---|---|---|
Kengetallen: | rekening | actuele begroting | rekening | Begroting | Begroting | Begroting | Begroting |
netto schuldquote | 122% | 144% | 133% | 153% | 151% | 147% | 140% |
netto schuldquote gecorrigeerd voor | 86% | 99% | 96% | 114% | 113% | 112% | 108% |
solvabiliteitsratio | 14% | 11% | 15% | 9% | 8% | 8% | 9% |
structurele exploitatieruimte | -1,2% | -0,4% | 0,1% | 1,6% | 0,1% | 0,7% | 1,0% |
grondexploitatie excl. Meerstad | 11,7% | 8,2% | 8,2% | 7,6% | 7,6% | 7,8% | 6,3% |
grondexploitatie incl. Meerstad | 38,6% | 47,9% | 36,5% | 37,5% | 38,6% | 38,4% | 36,6% |
belastingcapaciteit | 104,5% | 103,5% | 103,5% | 105,0% | 105,0% | 105,0% | 105,0% |
Onderstaand geven we een toelichting op de kengetallen. Onder de toelichting is het oordeel opgenomen.
Netto schuldquote
De netto schuldquote wordt bepaald door de verhouding van de gemeentelijke schuld ten opzichte van de gemeentelijke baten. Hoe hoger de schuld, hoe hoger de netto schuldquote. De netto schuldquote geeft een indicatie van de druk van de rentelasten en de aflossingen op de exploitatie. Een hoge netto schuldquote hoeft niet direct probleem te zijn. Zo kan een hoge schuld worden veroorzaakt doordat er leningen zijn afgesloten, die worden doorgeleend aan derden zoals woningbouwcorporaties.
Om inzicht te krijgen in hoeverre er sprake is van doorlenen wordt de netto schuldquote zowel in- als exclusief doorgeleende gelden weergegeven (netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen).
De netto schuldquote van een gemeente ligt meestal tussen de 0% en 90%. Bij een hogere netto schuldquote is de gemeenteschuld relatief hoog (oranje). Als de netto schuldquote boven de 130% uitkomt, dan bevindt de gemeente zich in de gevarenzone (rood). De genoemde percentages zijn grove vuistregels.
Voor een genuanceerder beeld van de schuldpositie moet ook worden gekeken naar de voorraad bouwgronden en de uitgeleende gelden. Gemeenten met veel grond hebben meer schulden en dus een hogere schuldquote. Dit geldt ook voor de gemeente Groningen. Wij hebben grondposities voor woningbouw en bedrijventerreinen. Voor die gronden hebben we schulden gemaakt. Rente en aflossing van deze schuld drukt niet direct op de begroting, maar dient te worden opgevangen binnen de grondexploitaties met de opbrengsten uit de verkoop van de grond.
De gemeente Groningen heeft ook leningen voor derden aangetrokken, deze leningen worden één op één doorgegeven. Bij de schuldquote gecorrigeerd voor verstrekte leningen worden deze leningen geëlimineerd. Dit geldt dus ook voor de verstrekte leningen aan de CV Meerstad. De leningen voor de overige gemeentelijke grondexploitaties zitten wel in deze schuldquote. Onze schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen is 96%. Wij zitten daarmee in de hoge zone. De netto schuldquote (gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen) laat vanaf de rekening 2017 een stijgende lijn zien. De netto schuldquote neemt toe door inzet van de incidentele middelen in reserves, die zijn bestemd voor investeringen. We zetten de reserves in door ze te ruilen voor structurele kapitaallasten. Tot en met 2020 nemen de reserves af met 38 miljoen euro vanwege de ruil. De totale baten in de rekening 2017 (958 miljoen euro) zijn circa 36 miljoen euro hoger dan de totale baten in de begroting 2018 (921 miljoen euro). Dat komt met name door.de resultaten 2017 die betrekking hebben op de baten. De grootste zijn, 18,6 miljoen euro op grondzaken, 6,4 miljoen euro Treasury resultaat en 2,4 miljoen euro op het gemeentefonds. Het verschil in de baten heeft een verlagend effect op de ratio.
Solvabiliteitsratio
Dit kengetal wordt bepaald door de verhouding tussen het eigen vermogen en het vreemd vermogen. Het geeft inzicht in de mate waarin de gemeente in staat is aan haar financiële verplichtingen te voldoen.
Hoe hoger de solvabiliteitsratio, hoe groter de weerbaarheid van de gemeente. De mate van weerbaarheid geeft in combinatie met de andere kengetallen een indicatie over de financiële positie van een gemeente. De solvabiliteitsratio rekening 2017 is 15% en is laag maar logisch gezien onze hoge schulden door de gemeentelijke grondposities. De solvabiliteitsratio is ten opzichte van de begroting 2018 gestegen met 6% omdat het eigen vermogen toeneemt. We hebben in voorgaande begrotingen en in de begroting 2018 voor de jaren 2018 en verder reserves ingezet ter dekking van de knelpunten. Ons eigen vermogen neemt daarom af. Het effect daarvan is dat de solvabiliteitsratio in de begroting 2018 en verder afneemt naar 8%.
Structurele exploitatieruimte
Voor de beoordeling van de financiële positie is het ook van belang te kijken naar de structurele baten en structurele lasten. De belangrijkste structurele baten zijn de algemene uitkering uit het gemeentefonds en de opbrengsten uit de onroerendezaakbelasting (OZB). Dit kengetal geeft het verschil tussen de structurele baten en lasten ten opzichte van de totale baten. Een positief percentage betekent dat de structurele baten toereikend zijn om de structurele lasten te dekken. De structurele exploitatie ruimte van 0,3% geeft aan dat in de rekening 2017 onze structurele lasten geheel worden gedekt door de structurele baten. In de rekening 2017 zijn de structurele baten 2,6 miljoen euro hoger dan de structurele lasten. In de begroting 2018 en verder zijn onze structurele baten ook hoger dan onze structurele lasten.
We hebben na vaststellen van de begroting 2018 ontdekt dat we vanaf de introductie van de financiële kengetallen (begroting 2016) de berekening van het kengetal structurele exploitatie ruimte niet juist hebben gedaan. We hebben de incidentele reserve mutaties tweemaal meegenomen in de berekening zodat we een slechter beeld van de structurele exploitatieruimte hebben gepresenteerd dan wanneer we de berekening juist hadden uitgevoerd. Daarom zijn de % voor de begroting 2018 tot en met 2021 beter dan gepresenteerd in de begroting 2018.
Grondexploitatie
Het kengetal grondexploitatie geeft aan hoe groot de grondpositie (de waarde van de grond) is ten opzichte van de totale gemeentelijke baten. Het kengetal grondexploitatie inclusief Meerstad daalt in de rekening 2017 ten opzichte van de begroting 2018 met ongeveer 1% en dat wordt voornamelijk veroorzaakt doordat de baten in de rekening 2017 circa 36 miljoen euro hoger zijn dan in de begroting 2018.
Belastingcapaciteit
De belastingcapaciteit geeft inzicht in de mate waarin bij het voordoen van een financiële tegenvaller in het volgende begrotingsjaar deze kan worden opgevangen door het verhogen van tarieven. Hiervoor wordt de belastingcapaciteit gerelateerd aan de landelijk gemiddelde tarieven/woonlasten (OZB, rioolheffing en afvalstoffenheffing).De belastingcapaciteit ligt net iets boven het landelijk gemiddelde.
Overall kunnen we concluderen dat de ratio’s in de rekening 2017 ten opzichte van der begroting 2018 een positiever beeld laten zien. Hierbij merken we op dat de werkelijkheid, dus de kengetallen rekening 2016 en rekening 2017, een positiever beeld laten zien dan de kengetallen in de begroting 2018 tot en met 2021. Dat kunnen we verklaren doordat in de regel in de begroting rekening wordt gehouden met investeringen en daarvoor benodigde financiering wordt opgenomen die in de praktijk achterblijven. Onze weerstandsratio laat een stijging zien.
Gezien het feit dat de kengetallen in de rekening 2017 en voor de komende begrotingen een stabiel beeld laten zien en ons weerstandsratio zich bevindt boven onze ambitie van 100%, beoordelen we onze financiële positie als voldoende. Wel is de boekwaarde van onze grondexploitaties ten opzichte van de totale baten hoog. Het risico dat we hiervoor hebben opgenomen in het weerstandsvermogen is 90% van ons totaal benodigd weerstandsvermogen.